NL
Positie boven de pedalen
Zet uw ene voorvoet op de pedalen met
de cranks horizontaal. Maak de moer los
waarmee het zadel vastzit aan de zadelpen.
Verstel de positie van het zadel naar voren
of achteren tot dat de pedaal recht onder de
knie staat. Zeer kleine veranderingen in de
positie van het zadel kunnen van invloed zijn
op zowel prestaties als comfort. Verplaats
het zadel steeds een klein beetje en probeer
hoe het voelt. De hoek van het zadel kan ook
naar wens worden ingesteld. Meestal is een
horizontaal zadel aan te bevelen.
VERSNELLINGEN
Over derailleurs
Bij een versnellingssysteem met derailleur
wordt de ketting verplaatst tussen de
verschillende kettingwielen op de cassette. De
hoogste versnelling wordt bereikt wanneer
de ketting op het kleinste kettingwiel van de
cassette ligt. De laagste versnelling wordt
bereikt wanneer de ketting op het grootste
kettingwiel van de cassette ligt. Dankzij het
grote aantal versnellingen van de fiets kunt
u op gevarieerd terrein fietsen en de hele tijd
trappen met ongeveer 60 omwentelingen per
minuut, wat wordt aanbevolen.
Schakelen
De bediening van de versnelling zit aan de
rechterkant van het stuur en wordt gebruikt
om te schakelen tussen de verschillende
kettingwielen op de cassette.
Volg de onderstaande instructies voor het
schakelen.
•
Schakel alleen wanneer de cranks en
wielen vooruit bewegen.
•
Forceer de versnellingen niet.
•
Schakel niet terwijl u hard op de pedalen
trapt.
50
•
Schakel op tijd omdat u vooruit moet
trappen terwijl u schakelt. Schakel liefst
naar een lage versnelling voordat u stopt.
Het is gemakkelijker om weer te gaan
fietsen als u in een lage versnelling staat.
Schakel op tijd wanneer u bij een steile
helling komt, zo voorkomt u dat u moet
schakelen terwijl u hard op de pedalen
trapt.
•
Trap niet achteruit terwijl u schakelt.
REMMEN
De fiets is uitgerust met velgremmen en heeft
twee remhendels, een voor het voorwiel en
een voor het achterwiel. Deze zitten aan beide
kanten van het stuur. De remgreep rechts is
voor de voorrem en de remgreep links is voor
de achterrem.
WAARSCHUWING!
Ga niet fietsen als de remmen niet goed
werken.
Veilig remmen
Rem iets eerder met de achterrem dan met
de voorrem en rem nooit met de voorrem
wanneer u een bocht maakt of op een los of
glad wegdek.
ONDERHOUD
ALGEMEEN
Maak de fiets regelmatig schoon voor de
beste levensduur en werking. Gebruik milde
reinigingsmiddelen en vermijd ontvettende
middelen die kunnen binnendringen in
lagers en ketting en zo de smering en
roestbescherming ongedaan maken. Berg de
fiets droog en buiten direct zonlicht op.