BEDIENINGSPANEEL
Display
1
Toets voor het verhogen van de temperatuur in
2
de vriezer
Toets voor het verlagen van de temperatuur in
3
de vriezer
OK
4
Mode
5
Toets voor het verhogen van de temperatuur in
6
de koelkast
DISPLAY
A
B
C
D E F
Off
min
L
INSCHAKELEN
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op het apparaat ON/OFF als het display
uit is. Het temperatuurlampje toont de
ingestelde standaardtemperatuur.
Raadpleeg "Temperatuurregeling" om een andere
ingestelde temperatuur te selecteren.
Als op het display "dEMo" verschijnt, raadpleeg dan
"Probleemoplossing" .
UITSCHAKELEN
1. Druk de ON/OFF-toets van het apparaat
gedurende 3 seconden in.
8
8
7
6
G
K
J
I
H
1
5
4
3
2
Toets voor het verlagen van de temperatuur in
7
de koelkast
ON/OFF
8
Het is mogelijk om het vooraf ingestelde geluid van
toetsen te wijzigen door de Mode-toets en de toets
om de temperatuur kouder te zetten, tegelijkertijd
gedurende enkele seconden in te drukken.
Verandering is omkeerbaar.
A. Indicatielampje koelvak
B. Indicatielampje timer
/Temperatuurindicator
C. ON/OFF-indicatielampje
D. FastCool-functie
E. Holiday-modus
F. FastFreeze-functie
G. Temperatuurindicator
H. Indicatielampje vriesvak
I.
Alarmindicatielampje
J.
ChildLock-functie
K. DrinksChill-functie
L. DYNAMICAIR-functie
Het display wordt uitgeschakeld.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
TEMPERATUURREGELING
Stel de temperatuur in door op de
temperatuurregelaars te drukken.
De aanbevolen standaardtemperatuur is:
•
+4°C voor de koelkast
•
-18°C voor de vriezer
Het temperatuurbereik kan variëren tussen -15°C
en -24°C voor de vriezer en tussen 2°C en 8°C
voor de koelkast.
De temperatuurlampjes tonen de ingestelde
temperatuur.