7.1 Uitvoeren van langssneden (afb. 19)
Hierbij wordt een werkstuk in zijn lengterichting
doorgesneden.
•
Parallelle aanslag (24) aan de linkerkant (in-
dien mogelijk) van het zaaglint (26) instellen
overeenkomstig de gewenste breedte.
•
Zaaglintgeleiding (11) neerlaten op het
werkstuk (zie 5.5).
•
Zaag inschakelen.
•
Eén kant van het werkstuk met de rechter
hand tegen de parallelle aanslag (24) druk-
ken, terwijl de vlakke zijde op de zaagtafel
(15) rust.
•
Werkstuk gelijkmatig langs de parallelle aans-
lag (24) in het zaaglint (26) schuiven.
•
Belangrijk: lange werkstukken aan het einde
van het snijden beveiligen tegen neerkantelen
(bijv. door afrolstandaard enz.).
7.2 Uitvoeren van schuine sneden (afb. 20)
•
Zaagtafel instellen op de gewenste hoek (zie
6.4).
•
Snede uitvoeren zoals beschreven onder
(7.1).
7.3 Uitvoeren van dwarssneden (afb. 21)
•
Dwarsaanslag (10) in de groef van de zaagta-
fel (15) schuiven en instellen op de gewenste
hoekmaat (zie 6.5).
•
Zaaglintgeleiding (11) neerlaten op het
werkstuk (zie 5.5).
•
Werkstuk stevig tegen de dwarsaanslag (10)
aan drukken.
•
Zaag inschakelen.
•
Dwarsaanslag (10) en werkstuk naar het
zaaglint toe schuiven om de snede uit te voe-
ren.
•
Waarschuwing! Houd altijd het geleide
werkstuk vast, nooit het vrije werkstuk dat
afgesneden wordt.
•
Dwarsaanslag (10) altijd vooruit blijven schu-
iven, tot het werkstuk helemaal is doorges-
neden.
7.4 Snijden uit de losse hand (afb. 22)
Een van de belangrijkste kenmerken van een
lintzaagmachine is het probleemloos snijden van
krommen en radii.
•
Zaaglintgeleiding (11) neerlaten op het
werkstuk (zie 5.5).
•
Zaag inschakelen.
•
Werkstuk stevig op de zaagtafel (15) drukken
en langzaam in het zaaglint (26) schuiven.
•
Bij het snijden uit de losse hand moet u wer-
ken met geringe aanzetsnelheid, zodat het
Anl_TC-SB_245_L_SPK13.indb 89
Anl_TC-SB_245_L_SPK13.indb 89
NL
zaaglint (26) de gewenste lijn kan volgen.
•
In vele gevallen is het van groot nut om krom-
men en hoeken ongeveer 6 mm weg van de
lijn grof uit te zagen.
•
Als u krommen moet zagen die te eng zijn
voor het gebruikte zaaglint, dan moeten
hulpsneden tot aan de voorkant van de krom-
me worden gezaagd, zodat die tot houtafval
worden als de definitieve radius wordt uitge-
zaagd.
8. Transport
Transporteer de lintzaagmachine door hem met
één hand aan de standvoet (5) en met de andere
aan het machineframe (25) vast te houden. Op-
gelet! Gebruik om hem op te tillen of te transport-
eren nooit scheidende bescherminrichtingen.
9. Reiniging, onderhoud en
bestelling van onderdelen
Gevaar!
Vóór elke instelling, instandhouding of reparatie
de netstekker uit het stopcontact trekken.
9.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
9.2 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
- 89 -
11.01.2024 14:09:44
11.01.2024 14:09:44