6. Sluit de D+- of +-contact-kabel aan op contactdoos
4.
7. Sluit alle 12 V apparaten aan op de contactdoos 5.
8. Sluit, indien aanwezig, de 12 V nominale
directe aansluiting van de zonnemodule aan op
contactdoos 7.
9. Alleen GOLD25-M, GOLD30-M and GOLD40-
M: Sluit de 230 V voeding aan op contactdoos 9.
10. Bekijk ook de volgende bedradingsschema's:
Installatie zonder regeleenheid of gedeeld
laadrelais
afb.
op pagina 6
Installatie met een bestaande regeleenheid
afb.
op pagina 6
Enkel installatie met een gedeeld laadrelais
afb.
op pagina 7
Installatie met een IM12-150 en 2 huisaccu's
afb.
op pagina 7
Tabel 7: Legenda
Positie
Beschrijving
1
IM12-150 (accumanagementsysteem)
2
Weergave
3
Zonnepaneel
4
12 V apparaat
5
Regeleenheid
6
Wisselstroomdynamo
Huishoudaccu
Startaccu
9 Voor het eerste gebruik
De correcte werking van de acculader moet worden
gecontroleerd voordat u de acculader voor het eerst
gebruikt.
Gebruik de dynamo
1. Zorg ervoor dat de motor van het voertuig en de
acculader zijn uitgeschakeld.
2. Zorg er met een multimeter voor dat de huisaccu
niet meer dan 75 %is opgeladen.
3. Schakel de acculader in.
4. Schakel de motor van het voertuig in.
De dynamo-LED
(afb. 2/afb. 1
5. Controleer met een multimeter of de spanning
van de huisaccu hoger is dan de eerder gemeten
waarde.
6. Wacht tot de dynamo-LED
achter elkaar knippert.
7. Gebruik een stroomtang om ervoor te zorgen
dat de laadstroom overeenkomt met de
maximumwaarde van de acculader.
INSTRUCTIE Als de accu volledig is
geladen, wordt na enkele seconden de
juiste laadstroom weergegeven.
8. Controleer met een multimeter of de spanning
tussen de klemmen van de startaccu en pen 1 en 3
(afb. /afb. ) niet hoger is dan 0,7 V.
9. Als het spanningsverschil groter is dan 0,7 V,
gebruik dan een kabel met een grotere doorsnede
op pen 3 (afb. /afb. ).
10. Verbeter indien nodig de massa-aansluiting.
Een zonnepaneel gebruiken
1. Zorg ervoor dat het voertuig buiten is geparkeerd
en dat het zonnepaneel wordt verlicht door de zon.
2. Zorg ervoor dat de motor van het voertuig is
uitgeschakeld.
De LED van het zonnepaneel
knippert.
3. Gebruik een stroomtang om ervoor te zorgen dat
de huisaccu van stroom wordt voorzien.
Een 230 V-gelijkstroomvoeding
gebruiken
INSTRUCTIE Deze functie kan enkel
worden gebruikt voor GOLD25-M, GOLD30-
M and GOLD40-M.
1. Zorg ervoor dat de motor van het voertuig is
uitgeschakeld.
2. De 230 V stroomvoorziening aansluiten.
De 230 V voeding-LED
3. Gebruik een stroomtang om ervoor te zorgen dat
de huisaccu van stroom wordt voorzien.
NL
1) knippert.
(afb. 2/afb. 1
1) tweemaal
(afb. 2/afb. 1
2)
(afb. 2/afb. 1
3) knippert.
61