16 Verwijder de sleutels. Controleer voor u het apparaat in-
schakelt of de sleutels en afstelgereedschappen verwijderd
zijn.
17 Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of de scha-
kelaar in de uit-stand staat als u de stekker in het stopcontact
steekt.
18 Gebruik verlengkabels voor buiten. Gebruik voor toepas-
sing buiten alleen daarvoor goedgekeurde verlengsnoeren,
die de betreffende markering bevatten.
19 Blijf opletten. Houd uw aandacht bij wat u aan het doen
bent. Ga verstandig te werk. Gebruik het elektrische apparaat
niet, als u niet geconcentreerd bent.
20 Controleer het elektrische apparaat op eventuele be-
schadigingen. Voor een volgend gebruik van het elektrische
apparaat moet zorgvuldig gecontroleerd worden of bescher-
mingsonderdelen of licht beschadigde onderdelen correct en
volgens de voorschriften werken. Controleer of de bewegen-
de delen correct functioneren en niet klemmen, en of er on-
derdelen beschadigd zijn. Alle delen moeten op de juiste ma-
nier gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen om
een correcte werking van het elektrische apparaat te garan-
deren.
Beschadigde beschermingsonderdelen en andere onderde-
len moeten op de juiste manier gerepareerd of vervangen
worden door een erkende reparateur, voor zover niet anders
aangegeven in de gebruiksaanwijzing. Beschadigde scha-
kelaars moeten in een servicecentrum vervangen worden.
Gebruik elektrische apparaten niet, als de aan/uit-schakelaar
niet werkt.
21 Let op! Het gebruik van andere onderdelen en andere ac-
cessoires kan het risico op verwondingen opleveren.
22 Let op! Pomp kan alleen worden gebruikt op buizen wanneer
fittingen goed kan worden aangesloten.
23 Laat uw elektrische gereedschap repareren door een
vakman. Dit elektrische apparaat voldoet aan de toepasselij-
ke veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen uitge-
voerd worden door een deskundige en daarbij mogen alleen
44
NEDERLANDS