Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
HET KINDERZITJE GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
• Gebruik het zitje NIET naar voren gezicht wanneer het kind jonger dan 15 maanden is (zie
de gebruiksaanwijzing).
• Verwijder de "Cradleyou" zitverkleiner (12) wanneer uw baby >75 cm is.
• De autogordel mag niet gedraaid zijn of van plaats zijn veranderd.
OPGELET
• Het kinderzitje moet altijd stevig vastzitten wanneer het zich in de auto bevindt, zelfs als er
geen kind wordt vervoerd.
TIP
• De ISOFIX-vergrendelingsarmen (25) zijn beschermd tegen beschadiging wanneer ze terug
in de basis worden geschoven.
• Wanneer u dit autostoeltje van 100-150 cm gebruikt, verberg de 5-puntsgordel en vouw de
steunstang in de stoelbasis.
• Het diagonale deel van de autogordel moet diagonaal naar achteren lopen. U kunt het
verloop van de gordel aan weerskanten aanpassen met behulp van het automatisch
oprolmechanisme van uw voertuig.
• Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het heupgordelgedeelte van een autogordel laag
wordt gedragen, zodat het bekken stevig vastzit.
1 Trek de steunstang (20) weg van de basis aan de onderkant van het kinderzitje totdat u
een klikgeluid hoort en de steunstang (20) is volledig uitgeschoven.
2 Druk op de ISOFIX-knoppen (26) om de twee ISOFIX-vergrendelingsarmen (25) uit de
basis te duwen.
3 Duw het zitje naar achteren totdat het zitje stevig tegen de autostoel rust. U hoort
vervolgens een klikgeluid dat aangeeft dat de armen stevig vastzitten. De ISOFIX-indicator
aan weerskanten verandert van rood in de veilige groene kleur.
4 Duw het kinderzitje om een opening tussen de deken en de rugleuning, en het hellen van
het product te voorkomen.
5 Druk op beide verstelknoppen (21) en trek de steunstang (20) uit totdat deze stevig contact
maakt met de vloer van het voertuig en de indicatoren op de steunstang groen worden.
6 Breng de knoppen naar elkaar toe om het ISOFIX-bevestigingspunt (2) aan weerskanten
los te maken. Schuif de ISOFIX-vergrendelingsarmen (25) terug in de basis van het zitje.
[Fig. 5a-5f]
7 Schuif het kinderzitje naar achteren en duw de rugleuning tegen de autostoel.
8 Geïnstalleerd in de achterwaarts gerichte positie met ISOFIX en steunstang (40-105 cm),
gebruik ISOFIX en steunstang.
9 Maak de schouderbanden los uit hun oorspronkelijke positie. Steek de schouderbanden in
de linker- en rechter tether-positie, zoals weergegeven in de afbeelding. Plaats het kind in
het kinderzitje en zorg ervoor dat de bovenkant van de schouderbanden zich in de juiste
schouderpositie bevinden en niet dicht bij de nek van het kind.
[Fig. 6a-6d]
10 Geïnstalleerd in de voorwaarts gerichte positie met ISOFIX en steunstang (76-105 cm),
gebruik ISOFIX, gebruik steunstang. Verwijder de "Cradleyou" zitverkleiner (12).
11 Maak de schouderbanden los uit hun oorspronkelijke positie. Steek de schouderbanden in
de linker- en rechter tether-positie, zoals weergegeven in de afbeelding. Plaats het kind in
het kinderzitje en zorg ervoor dat de bovenkant van de schouderbanden zich in de juiste
schouderpositie bevinden en niet dicht bij de nek van het kind.
[Fig. 6e-6h]
12 Geïnstalleerd in de voorwaarts gerichte positie met ISOFIX en autogordel of alleen
veiligheidsgordel voor volwassenen (100-150 cm). Gebruik ISOFIX. Als u geen ISOFIX-
NL
27
Publicité
