8. Maak de hulpstukken goed vast in het draaistuk. Als de
hulpstukken niet goed bevestigd worden, kunnen ze
loskomen en letsel veroorzaken.
9. Keuzefunctie vastdraaistand
○ Selecteer de vastdraaiende modus wanneer de
drukschakelaar wordt losgelaten. Als u dit niet doet, kan
dit leiden tot een storing.
○ De geschikte modus is afhankelijk van de schroef
en het materiaal dat wordt geschroefd. Schroef een
paar testschroeven in en pas de modus-instelling
overeenkomstig aan.
○ De
vastdraaistand
worden ingesteld nadat de batterij in het gereedschap
is geplaatst en er eenmaal op de drukschakelaar is
gedrukt.
10. Het elektrisch gereedschap is uitgerust met een
temperatuurbeveiligingscircuit
beschermen. Ononderbroken werk kan de temperatuur
van
de
machine
temperatuurbeveiligingscircuit wordt geactiveerd en de
bediening automatisch wordt gestopt. Indien dit gebeurt,
laat u het elektrisch gereedschap afkoelen voordat u het
opnieuw gebruikt.
11. De motor kan tot stilstand komen wanneer het
gereedschap overbelast wordt. Laat de schakelaar
onmiddellijk los wanneer dit gebeurt en verhelp de
oorzaak van de overbelasting.
Vermijd het aanraken van de voorste behuizing die warm
kan worden bij continue bediening.
12. Gebruik van de accu in koude omstandigheden (onder
0 graden Celsius) kan soms leiden tot een verminderd
aantrekkoppel en een lagere werktijd. Dit is echter
slechts een tijdelijk verschijnsel en de accu zal weer
normaal functioneren wanneer het weer warmer is.
13. De drukknop kan niet worden gebruikt terwijl het
elektrische gereedschap draait. Om de drukknop te
kunnen gebruiken, moet u het gereedschap eerst
stoppen, daarna kunt u op de knop drukken.
14. Maak de haak stevig vast. Als de haak niet stevig is
bevestigd, kan dit letsel veroorzaken tijdens het gebruik.
Zorg ervoor, bij de keuze om het gereedschap aan uw
heupriem te dragen, dat het bithouder is losgekoppeld.
Doet u dit niet, dan kan dit onverwacht letsel tot gevolg
hebben.
15. Stel het bedieningspaneel niet bloot aan schokken en
breek het niet. Dit kan leiden tot een storing.
16. Kijk niet direct in het licht van het lampje. Dit zou
oogletsel kunnen veroorzaken.
Verwijder met een zachte doek alle vuil of vervuiling
vastgehecht aan de lens van de LED-lamp, waarbij u
erop let dat u geen krassen op de lens maakt.
Krassen op de lens van de LED-lamp kan resulteren in
verminderde helderheid.
17. Om te voorkomen dat de accu leeg raakt omdat u bent
vergeten het ledlampje uit te schakelen, gaat het lampje
na ongeveer 10 seconden automatisch uit.
18. De machine laten rusten na continu werk.
19. Raak de hamerkast niet aan, want deze kan zeer heet
worden bij doorlopend gebruik.
20. Laad de accu altijd op bij een temperatuur van 0°C–40°C.
Een temperatuur van minder dan 0°C zal overlading
veroorzaken, wat gevaarlijk is. De accu kan niet worden
opgeladen bij een temperatuur hoger dan 40°C.
De geschiktste temperatuur voor opladen ligt tussen de
20°C–25°C.
21. Gebruik de lader niet constant.
Laat de oplader ongeveer 15 minuten met rust na het
opladen voordat u aan de volgende accu begint.
22. Voorkom dat stof of vuil in de aansluitopening van de
accu terecht komt.
23. Demonteer de accu of acculader niet.
keuzeschakelaar
kan
om
de
motor
doen
stijgen,
waardoor
24. Voorkom kortsluiting van de accu. Kortsluiten van de accu
zal resulteren in een grote stroom en oververhitting. Dit zal
resulteren in brandwonden en schade aan de accu.
25. Gooi de accu niet in het vuur. Een brandende accu kan
ontploff en.
26. Breng de accu naar de winkel waar deze gekocht werd,
nadat deze na opladen onvoldoende kracht heeft voor
praktisch gebruik. Gooi een uitgewerkte accu niet
zomaar weg.
27. Steek nooit een voorwerp in de ventilatie-openingen van
de lader. Als er een voorwerp of ontvlambaar materiaal
alleen
in de ventilatie-openingen van de acculader wordt
gestoken, kan dit resulteren in een elektrische schok of
beschadiging aan de acculader.
28. Zorg ervoor dat de batterij stevig geplaatst wordt. Indien
dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de accu eruit
te
valt en een ongeluk veroorzaakt.
29. Gebruik het product niet als het gereedschap of de
het
accupolen (batterijhouder) vervormd zijn.
Het installeren van de accu kan kortsluiting veroorzaken,
wat kan leiden tot rookontwikkeling of ontbranding.
30. Houd de accupolen van het gereedschap (accuhouder)
vrij van spaanders en stof.
○ Controleer vóór gebruik of er geen spaanders en stof zijn
opgehoopt in het gebied van de aansluitingen.
○ Probeer te voorkomen dat spaanders of stof van het
gereedschap op de accu terechtkomen tijdens het
gebruik.
○ Wanneer het gebruik wordt onderbroken of na gebruik,
moet u het gereedschap niet op een plaats achterlaten
waar het kan worden blootgesteld aan vallende
spaanders of stof.
Als u dat doet kan er kortsluiting ontstaan, wat kan leiden
tot rookontwikkeling of ontbranding.
31. Gebruik het gereedschap en de accu altijd bij
temperaturen tussen -5°C en 40°C.
OPMERKINGEN BIJ GEBRUIK
LITHIUM-ION BATTERIJ
De lithium-ion accu is voorzien van een beschermingsfunctie
die volledige ontlading van de accu voorkomt waardoor de
levensduur wordt verlengd.
In geval 1 t/m 3 hieronder kan de motor tijdens het gebruik
van het product tot stilstand komen, zelfs wanneer u de
schakelaar ingedrukt houdt. Dit geeft geen probleem
met het product aan maar wordt veroorzaakt door de
beschermingsfunctie.
1. De motor komt tot stilstand wanneer de accu leeg is.
De accu moet in dit geval onmiddellijk opgeladen worden.
2. De motor kan tot stilstand komen wanneer het
gereedschap overbelast wordt. Laat de schakelaar in
dit geval onmiddellijk los en verhelp de oorzaak van de
overbelasting. Wanneer u het probleem verholpen heeft
kunt u het gereedschap opnieuw gebruiken.
3. Wanneer de accu oververhit is door overbelasting, kan
het zijn dat de accu niet meer werkt.
In dit geval moet u de accu niet verder gebruiken, maar
deze eerst laten afkoelen. Wanneer u het probleem
verholpen heeft kunt u de accu opnieuw gebruiken.
Gelieve eveneens aandacht te schenken aan volgende
waarschuwing en aandachtspunt.
WAARSCHUWING
Om acculekken, het opwekken van warmte, rookontwikkeling,
explosie en ontsteking bijtijds te vermijden, moet u de
volgende voorzorgsmaatregelen nemen.
1. Zorg ervoor dat er zich geen spaanders en stof op de
accu ophopen.
○ Zorg er tijdens de werkzaamheden voor dat er geen
spaanders en stof op de accu kunnen vallen.
49
Nederlands