4 Veiligheidsinstructies
► Bescherm de brandstof en benzine tegen
hitte en vuur.
► Mors niet met brandstof en benzine.
► Als er brandstof is gemorst: verwijder de
brandstof met een doek en probeer de
motor pas te starten als alle onderdelen van
de motorzeis droog zijn.
► Niet roken.
► Niet tanken in de nabijheid van vuur.
► Schakel de motor vóór het tanken uit en
laat deze afkoelen.
► Start de motor op ten minste 3 m afstand
van de plek waar getankt werd.
■ Ingeademde brandstof- en benzinedampen
kunnen personen vergiftigen.
► Adem de brandstof- en benzinedampen niet
in.
► Tank op een goed geventileerde plaats.
■ Tijdens de werkzaamheden wordt de motor‐
zeis warm. De brandstof zet uit en in de
brandstoftank kan overdruk ontstaan. Als de
brandstoftankdop wordt geopend, kan er
brandstof naar buiten spuiten. Deze brandstof
kan ontsteken. De gebruiker kan hierdoor ern‐
stig letsel oplopen.
► Laat eerst de motorzeis afkoelen en open
daarna de brandstoftankdop.
■ Kleding, die in contact komt met brandstof of
benzine, is lichter ontvlambaar. Personen kun‐
nen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan
materiële schade ontstaan.
► Als kleding in contact komt met brandstof of
benzine: verwissel de kleding.
■ Brandstof, benzine en tweetaktmotorolie kun‐
nen schadelijk zijn voor het milieu.
► Mors niet met brandstof, benzine en twee‐
taktmotorolie.
► Voer de brandstof, benzine en tweetaktmo‐
torolie volgens de voorschriften en milieu‐
vriendelijk af.
■ Als de brandstof, benzine of tweetaktmotorolie
in contact komen met de huid of ogen, kunnen
de huid of ogen geïrriteerd raken.
► Vermijd contact met brandstof, benzine en
tweetaktmotorolie.
► Als contact met de huid heeft plaatsgevon‐
den: was de betreffende plekken op de huid
met veel water en zeep.
► Als contact met de ogen heeft plaatsgevon‐
den: was de ogen ten minste 15 minuten
met veel water en raadpleeg een arts.
■ Het ontstekingssysteem van de motorzeis
genereert vonken. Vonken kunnen naar buiten
treden en in een licht ontvlambare of een
explosieve omgeving brand en explosies ver‐
oorzaken. Personen kunnen ernstig of dodelijk
0458-837-7602-A
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► Maak gebruik van bougies die in deze
handleiding staan beschreven.
► Breng de bougie aan en draai deze stevig
vast.
► Druk de bougiestekker stevig vast.
■ Als in de motorzeis een brandstof wordt
getankt die werd gemengd uit ongeschikte
benzine of ongeschikte tweetaktmotorolie of
die een verkeerde mengverhouding van ben‐
zine en tweetaktmotorolie heeft, kan de motor‐
zeis worden beschadigd.
► Meng de brandstof zoals in deze handlei‐
ding staat beschreven.
■ Als brandstof gedurende langere tijd wordt
opgeslagen, kan het mengsel van benzine en
tweetaktmotorolie zich ontmengen of veroude‐
ren. Als de motorzeis wordt getankt met ont‐
mengde of oude brandstof, kan de motorzeis
beschadigd raken.
► Voordat de motorzeis wordt getankt: meng
de brandstof door.
► Gebruik een mengsel van benzine en twee‐
taktmotorolie dat niet ouder is dan
30 dagen (STIHL MotoMix: 5 jaar).
4.8
Werken
WAARSCHUWING
■ Als de gebruiker de motor niet correct start,
kan de gebruiker de controle over de motor‐
zeis kwijtraken. De gebruiker kan hierdoor ern‐
stig letsel oplopen.
► Start de motor zoals in deze handleiding
staat beschreven.
► Als het snijgarnituur de grond of voorwer‐
pen raakt: start de motor niet.
■ De gebruiker kan in bepaalde omstandighe‐
den niet meer geconcentreerd werken. De
gebruiker kan de controle over de motorzeis
kwijtraken, struikelen, vallen en ernstig letsel
oplopen.
► Werk rustig en doordacht.
► Als de lichtomstandigheden en het zicht
slecht zijn: werk niet met de motorzeis.
► Bedien de motorzeis alleen.
► Houd het snijgarnituur vlak boven de grond.
► Let op obstakels.
► Werk rechtop staand op de grond en zorg
voor goed evenwicht.
► Als er vermoeidheidsverschijnselen optre‐
den: las een pauze in.
■ Als de motor draait, worden uitlaatgassen
geproduceerd. Ingeademde uitlaatgassen kun‐
nen personen vergiftigen.
Nederlands
9