2. Druk de accu in de accuhouder van het product. De
accu is in positie vergrendeld als u een klik hoort.
(Fig. 44)
OPGELET:
eenvoudig in de accuhouder kunt
plaatsen, is de batterij niet correct
geïnstalleerd. Dit kan schade aan het
product veroorzaken.
3. Controleer of de accu goed is geïnstalleerd.
Voordat u het product gebruikt
•
Bekijk het werkgebied zodat u weet welk type terrein
het is. Bekijk de helling van de ondergrond en of er
obstakels zijn zoals stenen, takken of greppels.
•
Voer een revisie van het product uit.
•
Voer de veiligheidsinspecties, onderhoud en
servicebeurten uit die in deze handleiding worden
aangegeven.
•
Als het blad wordt gebruikt, zorg er dan voor dat de
borgmoer goed is vastgedraaid.
•
Zorg dat alle kappen en de beschermkap
van de snijuitrusting correct zijn aangebracht
en onbeschadigd zijn. Vervang beschadigde
onderdelen.
Werkpositie
•
Houd het apparaat met beide handen vast.
•
Houd het apparaat rechts van uw lichaam.
•
De zaaguitrusting moet onder taillehoogte blijven.
•
Houd het product altijd bevestigd aan het draagstel.
•
Houd lichaamsdelen uit de buurt van de hete
oppervlakken.
•
Houd lichaamsdelen uit de buurt van de
snijuitrusting.
De last gelijkmatig op de schouders
toepassen
1. Stel de spanning van de zijriemen zodanig af dat het
gewicht gelijkmatig op de schouders is toegepast.
2. Stel het draagstel af voor de beste werkhouding.
Een afgesteld draagstel en product vereenvoudigen
de bediening.
Product starten
1. Houd de startknop ingedrukt totdat de groene led
gaat branden. (Fig. 45)
2. Gebruik de activeringsschakelaar om het toerental te
regelen.
Het maximum toerental beperken met
de modusknop
Het product heeft een modusknop. Met de modusknop
kan de gebruiker het maximum toerental beperken. De
modusknop heeft 3 snelheidsniveaus. Een lager niveau
1859 - 006 - 21.05.2024
Als u de accu niet
verlengt de gebruiksduur van het product. Gebruik
niveau 1 en niveau 2 als het product niet op volle
snelheid/vol vermogen gebruikt hoeft te worden. Als
de bedrijfsomstandigheden volle snelheid/vol vermogen
vereisen, gebruik dan niveau 3. Gebruik geen hoger
niveau dan nodig is voor de werkzaamheden.
1. Druk op de modusknop om een limiet op het
maximum toerental in te stellen. De witte leds
gaan branden om aan te geven dat de functie is
ingeschakeld. (Fig. 46)
2. Druk nogmaals op de modusknop om het volgende
snelheidsniveau te kiezen.
Automatische uitschakelfunctie
Het product is uitgerust met een uitschakelfunctie die
het product deactiveert als het niet wordt gebruikt.
Gras maaien met een grasmaaiblad
1. De grasmaaibladen en grasmessen mogen niet
gebruikt worden bij houtachtige stammen.
2. Voor alle soorten hoog of sterk gras wordt een
grasmaaiblad gebruikt.
3. Het gras wordt gemaaid met pendelende
bewegingen naar de zijkanten, waarbij de beweging
van rechts naar links het maaimoment is en de
beweging van links naar rechts de retourbeweging.
Laat de linkerkant van het blad werken (tussen 8 en
12 uur).
4. Indien het blad tijdens het grasmaaien een ietsje
schuin naar links wordt gehouden, wordt het gras
in een streng gelegd, hetgeen het verzamelen
makkelijker maakt bijv. bij harken.
5. Probeer om ritmisch te werken. Sta stevig met uw
voeten uit elkaar. Beweeg na de retourbeweging
naar voren en zorg dat u weer stevig staat.
6. Laat de steunkop licht op de grond rusten. Deze is
speciaal bedoeld om te voorkomen dat het blad in de
grond snijdt.
7. Verklein het risico dat het materiaal rond het blad
wordt gewonden door altijd met volle snelheid
te werken en maaisel bij de retourbeweging te
ontwijken.
8. Schakel de motor uit, maak het draagstel los en zet
de machine op de grond voordat u het gemaaide
materiaal verzamelt.
Gras trimmen met trimmerkop
Gras trimmen
1. Houd de trimmerkop vlak boven de grond en schuin.
(Fig. 47) Druk de grastrimmerdraad niet in het gras.
2. Gebruik een snelheid van 80% wanneer u in de
buurt van objecten grasmaait. (Fig. 48)
321