Als het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker
van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn. Als de
vrije toegang tot de netstekker niet mogelijk is, moet
in de vast geplaatste elektrische installatie een alpo-
lige scheidingsinrichting volgens de installatievoor-
schriften worden ingebouwd.
Apparaat zonder geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking: Het apparaat mag alleen door geschoold
personeel worden aangesloten. Bij schade door een
verkeerde aansluiting kunt u geen aanspraak maken
op garantie.
In de vast geplaatste elektrische installatie moet een
scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften
zijn ingebouwd.
Fase- en neutraal- ("nul-") leider in het stopcontact
1.
identificeren.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
Zie voor de spanning het typeplaatje.
2.
De aders van de elektrische aansluitleiding overeen-
3.
komstig de kleurcodering aansluiten:
groen-geel = aarddraad
‒
blauw = neutraal- ("nul-") leiding
‒
bruin = fase (buitendraad)
‒
18.4 Inbouwmeubel
Dit apparaat is uitsluitend voor inbouw bedoeld. Dit ap-
paraat is niet bedoeld voor gebruik op tafel of in een
kast.
De inbouwkast mag achter het apparaat geen achter-
wand hebben. Houd tussen de wand en de bodem van
de kast of de achterwand van de kast erboven een af-
stand van minstens 35 mm aan.
De inbouwkast moet aan de voorkant een ventilatieope-
ning van 50 cm² hebben. Hiervoor de sokkelplaat bij-
snijden of een ventilatierooster aanbrengen. Ventilatie-
sleuven en aanzuigopeningen niet afdekken.
18.5 Inbouw in een hoge kast
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
in de hoge kast in acht.
Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat die-
nen de tussenschotten te beschikken over een ventila-
tie-opening.
Wanneer de bovenkast naast de element-achterwan-
den nog een achterwand heeft, dient deze verwijderd
te worden.
Het apparaat niet te hoog inbouwen, zodat de acces-
soires er zonder probleem uitgenomen kunnen worden.
18.6 Inbouw van twee apparaten boven
elkaar
Uw apparaat kan ook boven of onder een ander appa-
raat worden ingebouwd. Neem de inbouwmaten en de
inbouwvoorschriften bij de inbouw boven elkaar in acht.
Met het oog op de luchttoevoer van de apparaten die-
nen de tussenschotten te beschikken over een ventila-
tieopening.
Om voldoende ventilatie van de apparaten te waarbor-
gen, is een ventilatieopening van minimaal 200 cm² in
de plint noodzakelijk. Hiervoor de sokkelplaat bijsnijden
of een ventilatierooster aanbrengen.
Let erop dat de luchtcirculatie volgens de tekening is
gewaarborgd.
Apparaten niet te hoog inbouwen, zodat het toebeho-
ren er zonder probleem uitgenomen kan worden.
18.7 Inbouw onder een werkblad
Neem de inbouwmaten en de veiligheidsafstanden bij
de inbouw onder een werkblad in acht.
Montagehandleiding nl
153