6
Elektrische installatie
6.1
Elektrische installatie voorbereiden
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok bij
ondeskundige elektrische aansluiting!
Een ondeskundige elektrische installatie
kan het veilige gebruik van het product be-
ïnvloeden en tot lichamelijk letsel en materi-
ële schade leiden.
▶
Voer de elektrische installatie alleen uit
als u een opgeleide installateur bent en
voor dit werk gekwalificeerd bent.
1.
Let op de technische aansluitvoorwaarden voor de
aansluiting op het laagspanningsnet van het energie-
bedrijf resp. de netwerkexploitant.
2.
Bepaal via het typeplaatje of de technische gegevens
de ontwerpstroom van het product. Leid daarvan de
passende draaddoorsnedes voor de elektrische leidin-
gen af.
3.
Bereid het plaatsen van de elektrische leidingen van
het gebouw door de wanddoorvoer naar het product
voor.
4.
Wanneer de leidinglengte meer is dan 10 m, bereid
dan een van elkaar gescheiden installatie van de net-
aansluitkabel en de Modbus-kabel voor.
6.2
Eisen aan de netaansluiting
Voor de netspanning van het eenfasige 230 V-net moet een
tolerantie van +10% tot -15% aanwezig zijn.
6.3
Vereisten aan elektrische componenten
Voor de netaansluiting moeten flexibele slangleidingen wor-
den gebruikt die voor de plaatsing in de open lucht geschikte
zijn. De specificatie moet minstens aan de standaard 60245
IEC 57 met de afkorting H05RN-F voldoen.
Scheidingsschakelaars moeten aan de overspanningscate-
gorie III voor volledige scheiding voldoen.
Voor de elektrische beveiliging moeten trage zekeringen met
karakteristiek C worden gebruikt.
Voor de bescherming van personen moeten voor de installa-
tieplaats voorgeschreven, voor alle stromen gevoelige aard-
lekschakelaars type B worden gebruikt.
6.4
Elektrische scheidingsinrichting
De elektrische scheidingsinrichting wordt in deze handleiding
ook als scheidingsschakelaar aangeduid. Als scheidings-
schakelaar wordt normaal gesproken de zekering respectie-
velijk de installatieautomaat gebruikt, die in de meter-/zeke-
ringkast van het gebouw is ingebouwd.
186
6.5
Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren
Bij de functie 'blokkering energiebedrijf' wordt de warmteop-
wekking van de warmtepomp tijdelijk door het energiebedrijf
uitgeschakeld.
Het signaal voor de uitschakeling wordt naar de aansluiting
S21 van de binnenunit geleid.
▶
Als de functie 'blokkering energiebedrijf' aanwezig is,
moet u aanvullende componenten in de meter-/zekering-
kast van het gebouw installeren en bedraden.
▶
Houd daarvoor het schakelschema in de bijlage van de
installatiehandleiding van de binnenunit aan.
6.6
Elektrische aansluiting voorbereiden
▶
Demonteer de afdekking van de elektrische aansluitin-
gen.
6.7
Stroomvoorziening tot stand brengen
1
L
N
PE
1.
Installeer voor het product, indien dit voor de installatie-
plaats is voorgeschreven, een aardlekschakelaar.
2.
Installeer voor het product in het gebouw een schei-
dingsschakelaar (1).
3.
Gebruik een 3-polige netaansluitkabel.
4.
Leid de netaansluitkabel van het gebouw door de
wanddoorvoer naar het product.
≤
30 mm
L
N
PE
≤
40 mm
5.
Verwijder de mantel van de netaansluitkabel. Let er
hierbij op dat de isolatie van de verschillende aders
niet wordt beschadigd.
6.
Om kortsluitingen door losse draden te vermijden, dient
u de geïsoleerde einden van de draden van draadeind-
hulzen te voorzien.
2
7.
Sluit de netaansluitkabel op de aansluiting (2) aan.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020311868_04
XT1
1
L
2
N
3