5. STOPPEN HET APPARAAT
Voor stoppen, het apparaat uitdoen (beeld 15).
Draaien de schakelaar op "STOP" (beeld 16).
Draaien de hendel van de kraan van benzine op "OFF" (beeld 17).
6. PERIODIEK ONDERHOUD
MOTOR RUIMEN (OLIE)
1. Plaatsen het apparaat op een vlak en de motor maken draaien terwijl verschillende
minuten. Daarna, de motor stoppen.
2. Afschroeven de dop van het oliereservoir (beeld 18).
3. Plaatsen een oliebak onder de motor. Afschroeven de ruimen dop opdat de olie
volledig ruimen kunnen zijn (beeld 18).
4. Controleren de dop van het olie reservoir en de o-ring. Als ze
beschadigd zijn, moeten jullie ze vervangen.
5. Weer op zijn plaats zetten de dop.
6. Toevoegen de motor olie tot aan het boven niveau (beeld 19).
OPGELET: zich ervan overtuigen dat geen enkel vreemd lichaam het carter ingaat.