Het detectieveld van de bewegingssensor 9 mag niet zijn afgedekt.
■
Het oppervlak van de bewegingssensor 9 moet schoon zijn.
■
Het apparaat moet stabiel staan, anders kan de terugslag van de
■
waterstraal het apparaat omstoten.
Als het terrein oneffen is, zorg er dan voor dat u het apparaat zo
■
opstelt dat de bewegingssensor 9 zich niet hoger dan ca. 80 cm
boven de te bewaken zone bevindt. Anders kan de bewegings-
sensor 9 geen te verjagen dieren detecteren.
OPMERKING
De horizontale detectiehoek van de bewegingssensor 9 is ca. 150°.
►
Bij een waterdruk van 4 bar kan het apparaat water tot 11 meter
►
ver sproeien.
De sprinkler-unit 3 kan maximaal 360° worden gedraaid.
►
Het apparaat kan foutief worden geactiveerd wanneer zich in het
►
detectieveld van de bewegingssensor 9 voorwerpen bewegen
die warmer zijn dan de omgevingstemperatuur. Foutieve activering
kan ook worden veroorzaakt door huisdieren, snelle temperatuur-
schommelingen of bewegend water zoals regen. Op zeer warme
dagen kan het gebeuren dat de bewegingssensor 9 passerende
dieren niet detecteert.
Het maximale detectiebereik voor te verjagen dieren is ca. 7 me-
►
ter. Niet-betrokken derden die groter zijn dan grote dieren, kunnen
op een grotere afstand dan 7 meter worden gedetecteerd.
Wanneer u een geschikte opstellingsplaats hebt gekozen, steekt
♦
u de grondpen u diep in de bodem.
PWT 11 A1
NL │ BE
│
53
■