De motor start niet
Elektrische voeding niet aan-
gesloten.
Thermoschakelaar niet gere-
set of defect (T-mod).
Stroomschakelaar of kabelde-
fect.
Compressiekaart radiostoring
defect.
Geen of een slech-
De motor is niet juist aangeslo-
te afzuigcapaciteit.
ten.
De schakelaar niet volledig
aangezet.
Verstopte zuigslang of -inlaat.
Een of twee motoren defect.
Verstopt filter.
Lekkende zuigslang.
Lekkende pakkingen.
Uitlaatklep open.
Stof in uitlaatlucht.
Filter ontbreekt, defect of ver-
keerd geïnstalleerd.
Water in de afvoer-
Filtermand of drijfbal onjuist
lucht.
of niet geïnstalleerd.
Filtermand of drijfbal defect.
Abnormaal geluids-
Lekkende pakkingen.
niveau.
Geluidabsorberend materiaal
defect.
De vacuümeenheid
Defecte thermoschakelaar (T-
is oververhit.
mod).
146
Sluit de elektrische voeding aan.
Demonteer het bovendeksel en reinig of vervang het
koelluchtfilter. Reset de thermoschakelaar.
Als de thermoschakelaar defect is, neem dan contact
op met de distributeur.
Neem contact op met de distributeur.
Neem contact op met de distributeur.
Controleer de aansluiting en de bedrading.
Zet de schakelaar aan.
Neem de zuigslang los. Draai deze om en zuig in de
omgekeerde richting. Gebruik een stang indien de
verstopping nog niet weg is.
Demonteer de bovendeksel, controleer de borstels
en commutators. Vervang de borstels als ze versle-
ten zijn. Neem contact op met de distributeur als de
commutators zijn verbrand.
Zie
Hoofdstuk 6
Onderhoud.
Vervang de zuigslang.
Verwijder en vervang beschadigde neopreenpakkin-
gen. Gebruik een geschikte tweecomponentenlijm.
Sluit de klep.
Controleer het filter en vervang het indien nodig.
Plaats de filtermand of drijfbal terug.
Vervangen.
Verwijder en vervang beschadigde neopreenpakkin-
gen. Gebruik een geschikte tweecomponentenlijm.
Demonteer het bovendeksel en verwijder vuil. Ver-
vang indien nodig beschadigd geluiddempingsmate-
riaal.
Demonteer het bovendeksel en maak het koellucht-
filter schoon of vervang deze. Reset de thermoscha-