nl Veiligheid
Raadpleeg de Digitale Gebruikersgids voor meer informatie.
Inhoudsopgave
1
Veiligheid........................................................... 40
2
Materiële schade voorkomen ........................... 42
3
Milieubescherming en besparing..................... 42
4
Uw apparaat leren kennen................................ 44
5
De Bediening in essentie.................................. 45
6
Powerboost-functie........................................... 46
7
Kinderslot .......................................................... 47
8
Tijdfuncties........................................................ 47
9
Automatische uitschakeling............................. 48
10
Warmhoudfunctie.............................................. 48
11
Wrijfbeveiliging ................................................. 48
12
Weergave energieverbruik ............................... 48
13
Basisinstellingen .............................................. 49
14
Reiniging en onderhoud ................................... 50
15
Storingen verhelpen ......................................... 50
16
Afvoeren ............................................................ 51
17
Servicedienst..................................................... 51
1 Veiligheid
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in
acht.
1.1 Algemene aanwijzingen
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door.
¡ Bewaar de gebruiksaanwijzingen, de appa-
raatpas en de productinformatie voor later
gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Sluit het apparaat in geval van transport-
schade niet aan.
40
1.2 Bestemming van het apparaat
Apparaten zonder stekker mogen alleen door
geschoold personeel worden aangesloten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting kunt u
geen aanspraak maken op garantie.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ om voedsel en dranken te bereiden.
¡ onder toezicht. Houd kortstondige kookpro-
cessen ononderbroken in het oog.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten
ruimtes binnen de huiselijke omgeving.
¡ tot een hoogte van 2000 m boven zeeni-
veau.
Gebruik het apparaat niet:
¡ met een externe timer of een separate af-
standsbediening. Dit geldt niet voor het ge-
val dat de werking middels de door
EN 50615 genoemde apparaten wordt uit-
geschakeld.
1.3 Inperking van de gebruikers
Dit apparaat kan worden bediend door kinde-
ren vanaf 8 jaar en door personen met fysie-
ke, sensorische of geestelijke beperkingen of
met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien
zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in
het veilige gebruik van het apparaat en de
daaruit resulterende gevaren hebben begre-
pen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spe-
len.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij
ze 15 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar niet bij het apparaat of de aansluitkabel
kunnen komen.