Inhoud
Aansluiten .................................................. 1
Installeren .................................................. 5
Installatie met de rubber mof ............................ 5
Verwijderen van het apparaat ............................ 6
Installeren van de
stuurafstandsbediening .................... 7
Installeren van de stuurafstandbediening
in een auto met het stuur links .................... 8
1
Aansluiten
Opmerking:
• Dit apparaat is bestemd voor inbouw in auto's
met een negatief geaarde 12-volts accu. Alvorens
u het installeert in een auto, bus, vrachtwagen of
ander voer- of vaartuig, dient u eerst te control-
eren of de accuspanning de juiste is.
• Om kortsluiting te vermijden, dient u vooral voor
het installeren de negatieve ≠ accukabel los te
maken.
• Zie voor het aansluiten van de eindversterker en
andere apparatuur de gebruiksaanwijzing en volg
de aanwijzingen nauwgezet op.
• Houd de bedrading op zijn plaats met kabelklem-
men of met isolatieband. Wikkel ter bescherming
ook isolatieband om de bedrading waar deze de
metalen oppervlakken van de auto raakt.
• Leid de bedrading altijd zo dat deze niet in aan-
raking kan komen met bewegende onderdelen
zoals de versnellingspook, de handrem en de
geleiderails van de stoelen. Zet de bedrading ste-
vig vast en vermijd ook plaatsen die warm wor-
den, zoals bij een uitblaasopening van de autover-
warming. Als de isolatie smelt of door beweging
doorslijt, zou er kortsluiting kunnen onstaan.
• Leid de gele draad niet door het brandschot naar
de motorruimte voor aansluiting op de accu.
Hierbij is de kans groot op beschadiging van de
isolatie en zeer gevaarlijke kortsluiting.
• Maak de bedrading niet korter. Bij inkorten van
de bedrading kan het beveiligingscircuit niet in
werking treden wanneer dat nodig is.
• Tap geen stroom af van de bedrading door een
stukje isolatie te verwijderen en een andere draad
aan de kerndraad te verbinden. Hierdoor kan de
maximale stroomcapaciteit van de draad over-
schreden worden, met als gevolg oververhitting.
• Vervang een doorgebrande zekering altijd alleen
door een nieuwe zekering van hetzelfde type,
zoals aangegeven op de zekeringhouder.
• Aangezien er gebruik is gemaakt van een uniek
BPTL circuit, mag u de luidsprekersnoeren nooit
rechtstreeks met de aarde verbinden en mag u ook
niet de negatieve ≠ luidsprekerdraden gemeen-
schappelijk aansluiten.