GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN EEN ELEKTRISCH
WERKTUIG
■
Forceer de machine niet. Gebruik het juiste product
voor uw toepassing. Het correcte product zal de taak
beter en veiliger uitvoeren aan het tempo waarvoor het
is ontworpen.
■
Gebruik het werktuig niet als de schakelaar het
werktuig niet in- of uitschakelt. Een werktuig dat niet
met de schakelaar kan worden bediend, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
■
Haal de stekker uit de stroombron en/of verwijder
de accu, indien deze afneembaar is, uit het
elektrische gereedschap voordat u wijzigingen
aanbrengt, accessoires wijzigt of het elektrische
gereedschap
opbergt.
veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het
product per ongeluk wordt ingeschakeld.
■
Bewaar niet-gebruikte werktuigen buiten het bereik
van kinderen en laat personen die niet vertrouwd
zijn met het werktuig of deze instructies, het
werktuig niet gebruiken. Werktuigen zijn gevaarlijk in
de handen van niet-opgeleide gebruikers.
■
Elektrisch gereedschap en accessoires moeten
worden onderhouden. Controleer op foutieve
aflijning of binding van bewegende delen, defecten
van onderdelen en alle andere omstandigheden die
de werking van het werktuig kunnen beïnvloeden.
Indien beschadigd, laat u het werktuig onderhouden
voor u het gebruikt. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden werktuigen.
■
Snijgereedschap moet scherp en schoon worden
gehouden. Goed onderhouden snijgereedschap met
scherpe snijranden zal minder snel vastlopen en is
gemakkelijker te beheersen.
■
Gebruik het product, de accessoires, bitjes, enz.,
in overeenstemming met deze instructies, en
houd rekening met de werkomstandigheden en de
uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van het
werktuig voor niet-voorgeschreven gebruik kan leiden
tot gevaarlijke situaties.
■
Handvatten
en
grijpvlakken
schoon en vrij van vet en olie worden gehouden.
Als handvatten en grijpvlakken glibberig zijn, kan
het gereedschap in onverwachte situaties niet veilig
worden gebruikt en beheerst.
ONDERHOUD
■
Laat
uw
werktuig
door
reparateur onderhouden en gebruik uitsluitend
identieke vervangonderdelen. Dit zal ervoor zorgen
dat de veiligheid van het gereedschap wordt bewaard.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
VERSTEKZAGEN
■
Een verstekzaag is bedoeld voor het zagen
van hout of houtachtige producten. Hij kan niet
met doorslijpmessen worden gebruikt voor het
zagen van ijzerhoudende material zoals stangen,
staven en pijpen. Schuurstof kan ertoe leiden dat
bewegende delen zoals de onderste beschermkap
vastlopen. Vonken veroorzaakt door slijpen geven
brandvlekken op de onderste beschermkap, de
zaagsnede en overige plastic delen.
■
Gebruik, waar mogelijk, klemmen om het werkstuk
te ondersteunen. Wanneer u het werkstuk met de
Dergelijke
preventieve
moeten
droog,
een
gekwalificeerde
hand ondersteunt, dient u uw hand aan weerszijden
van
het
zaagblad
minimaal
verwijderd te houden. Gebruik deze zaag niet om
delen te zagen die te klein zijn om stevig vast te
klemmen of met de hand vast te houden. Als uw
hand te dicht bij het zaagblad wordt geplaatst, bestaat
er een verhoogde kans op letsel door contact met het
zaagblad.
■
Het werkstuk moet stationair zijn en zowel tegen de
kap als tegen de tafel zijn aangeduwd of geklemd.
Het werkstuk mag niet in het zaagblad worden
gevoerd of op welke wijze dan ook uit de 'vrije hand'
worden gezaagd. Losse of bewegende werkstukken
kunnen met hoge snelheid worden weggeslingerd en
letsel veroorzaken.
■
Duw de zaag door het werkstuk. De zaag mag niet
door het werkstuk worden getrokken. Om een
snede te maken, duwt u de zaagkop omhoog en
trekt u deze zonder te zagen over het werkstuk.
Vervolgens start u de motor, duwt de zaagkop
omlaag en duwt u de zaag door het werkstuk. Als
u gaat zagen tijdens het trekken, loopt het zaagblad
waarschijnlijk het werkstuk op en wordt het zaagdeel
krachtig in de richting van de gebruiker geworpen.
■
Laat
uw
hand
nooit
doorkruisen, niet vóór maar ook niet achter het
zaagblad. Het is erg gevaarlijk om het werkstuk
'kruiselings' te ondersteunen, dus om het werkstuk
rechts van het zaagblad met uw linkerhand, of
andersom, vast te houden.
■
Als het zaagblad draait, mag u met uw handen niet
dichter dan 100 mm aan elke zijde van het zaagblad
achter de kap reiken om houtsnippers weg te halen
of om welke andere reden dan ook. Het hoeft niet
meteen duidelijk te zijn dat het draaiende zaagblad
zich vlakbij uw hand bevindt, zodat u ernstig letsel kunt
oplopen.
■
Inspecteer het werkstuk voordat u begint met
zagen. Als het werkstuk verbogen of krom is, dient
u dit met de naar de buitenzijde verbogen kant
richting de kap vast te klemmen. U dient er altijd
voor te zorgen dat zich langs de zaaglijn geen
spleet tussen het werkstuk, de kap en de tafel
bevindt. Verbogen of kromme werkstukken kunnen
verschuiven of verbuigen en kunnen ervoor zorgen
dat het ronddraaiende zaagblad tijdens het zagen
vastloopt. Er mogen zich gen spijkers of vreemde
voorwerpen in het werkstuk bevinden.
■
U mag de zaag pas gebruiken als er op de tafel
geen gereedschappen, houtschilfers e.d. liggen,
maar uitsluitend het werkstuk. Klein afval, losse
stukjes hout of andere objecten die in contact komen
met de ronddraaiende zaag, kunnen met hoge snelheid
worden weggeslingerd.
■
Zaag slechts één werkstuk tegelijk. Op elkaar
gestapelde meerdere werkstukken kunnen niet goed
worden vastgeklemd of geduwd; de zaag kan erop
vastlopen of de werkstukken kunnen tijdens het zagen
verschuiven.
■
Zorg ervoor dat de verstekzaag vóór gebruik op
een vlakke en stevige ondergrond is geplaatst of
gemonteerd. Een vlak en stevig werkblad verkleint de
kans dat de verstekzaag onstabiel wordt.
■
Plan uw werk. Telkens wanneer u de hoek- of
verstekstand aanpast, dient u ervoor te zorgen
dat de verstelbare kap correct is ingesteld om het
Vertaling van de originele instructies
100
mm
ervan
de
bedoelde
zaaglijn
37
EN
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR
EL