8 Reiniging
8 Reiniging
Componenten gevuld met reagens
Cilinders, ventielen, uitschuifbare zuigbuis en doseercanules zijn gevuld met reagens!
> Verwijder de canule nooit wanneer de doseercilinder is gevuld.
> Richt de openingen van de zuigbuis, doseercanule en ventielen nooit op het lichaam.
> Draag beschermende kleding, oogbescherming en beschermende handschoenen!
Om een goede werking te garanderen, moet het apparaat in de volgende gevallen worden gereinigd:
•
onmiddellijk zodra de zuiger niet meer soe-
pel beweegt
•
vóór een reagenswissel
•
vóór langdurige opslag
•
voordat het apparaat gedemonteerd wordt
•
voordat het ventiel wordt vervangen
8.1 Basisreiniging
1. Maak het apparaat helemaal leeg
a.
Schroef het apparaat op een lege fles en maak het helemaal leeg. Als het apparaat is voorzien
van een terugdoseerventiel, moet het in de doseer- en terugdoseerstand worden geleegd.
2. Het apparaat spoelen
a.
Schroef het apparaat op een fles gevuld met geschikt reinigingsmiddel (bijv. gedeïoniseerd wa-
ter). Voor het correct spoelen het apparaat meermaals volledig vullen en legen.
598
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
•
voor de reiniging in een autoclaaf
•
regelmatig bij gebruik van vloeistoffen die
afzettingen vormen (bijv. oplossingen)
•
regelmatig wanneer vloeistof zich in de dop
heeft verzameld
997468