27
Vaak gestelde vragen
1. Poortaandrijving kan niet worden ingeschakeld met draadloze
afstandsbediening:
• Is de aandrijving aangesloten op de stroomvoorziening? Wordt een op
het stopcontact aangesloten lamp niet ingeschakeld, controleer dan
de overbelastingsschakelaar (sommige stopcontacten worden via een
wandschakelaar ingeschakeld).
• Zijn alle poortblokkeringen uitgeschakeld? Zie veiligheidsrichtlijnen.
• De controle-LED op de handzender moet branden, wanneer de toets
wordt ingedrukt? Anders is ofwel de batterij leeg, ofwel de handzender
defect.
• Probeer het met een nieuwe batterij.
• Wanneer u twee of meer handzenders heeft waarvan er slechts een
functioneert, moet u de programmering van de ontvanger controleren.
• Bevindt er zich sneeuw / ijs onder de poort? Dan is dit de poort moge-
lijks aan de grond gevroren. Event. hindernissen wegnemen.
• De poortveer kann defect zijn. Ze moet door een specialist worden
vervangen.
2. Zendbereik van de handzender is te gering:
• Is er een batterij ingezet? Nieuwe batterij inzetten.
• Draadloze afstandsbediening in het voertuig op een andere plaats
uitproberen.
• Het zendbereik verkleint bij metalen poorten, aluminium of metalen
bekledingen.
3. Poort keert zonder aanwijsbare reden terug:
• Wordt de poort ergens door gehinderd? Aan de manuele ontgrendeling
trekken en de poort met de hand bedienen. Neem contact op met de
onderhoudsdienst, als de poort niet uitgebalanceerd is of vastzit.
• Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren.
• Sneeuw of ijs uit de sluitzone van de poort verwijderen.
• Keert de poort bij het bereiken van de positie 'esloten' om, dan moet
de eindschakelaar voor deze poortpositie worden ingesteld. Na het
voltooien van elke instelling moet de automatische veiligheidsterugloop
opnieuw worden getest:
• Het is niet ongewoon dat de eindposities af en toe opnieuw worden
ingesteld. In het bijzonder door het weer kan het traject van de poort
veranderen.
4. De garagepoort gaat vanzelf open en dicht:
• Alle handzenders wissen en dan opnieuw programmeren. Zie „Meer
handzenders programmeren".
• Klemt de afstandsbedieningstoets vast in de positie „AAN"?
• Enkel originele afstandsbedieningen gebruiken! Het gebruik van
vreemde producten veroorzaakt storingen.
• De knop van de afstandsbediening werd per ongeluk ingedrukt (tas).
• De kabel van de wandschakelaar is beschadigd (bij wijze van proef
verwijderen).
• De poortbeweging wordt geactiveerd door een op de aandrijving aan-
gesloten accessoire (bij wijze van proef verwijderen).
5. Poort sluit niet volledig:
• Traject van de aandrijving opnieuw programmeren. Controle van de
mechanische componenten op veranderingen (bijv. poortarmen en
beslagen. Na elke nieuwe instelling van de poortpositie 'gesloten' moet
de automatische veiligheidsterugloop opnieuw worden getest.
6. De poort gaat wel open, maar sluit niet:
• Indien geïnstalleerd, moet de foto-elektrische beveiliging gecontroleerd
worden. Knippert de LED op de foto-elektrische beveiliging, dan moet
de inrichting gecorrigeerd worden.
• Werking van handzender en drukknop controleren.
7. Aandrijvingsverlichting gaat niet aan:
• Poort openen of sluiten. De verlichting blijft 2,5 minuten ingeschakeld.
• Aandrijving van het stroomnet koppelen en opnieuw aansluiten. De
verlichting wordt gedurende enkele seconden ingeschakeld.
• Geen stroom.
8. Aandrijvingsverlichting wordt niet uitgeschakeld:
• Koppel de aandrijving kortstondig van de stroomvoorziening enprobeer
het opnieuw.
• De 2,5 minuten zijn nog niet voorbij.
9. De motor bromt of draait heel kort, maar werkt dan toch niet:
• Garagepoortveren zijn defect. Poort sluiten en aan de greep trekken
om de loopwagen van de aandrijving te koppelen (manuele ontgren-
deling). Poort met de hand openen en sluiten. Is de poort uitgebal-
anceerd, wordt ze op elk punt van het traject alleen door de veren in
positie gehouden? Is dat niet het geval, neem dan contact op met uw
onderhoudsdienst.
• Doet dit probleem zich bij de eerste ingebruikneming voor, dan is de
poort mogelijks geblokkeerd. Poortblokkering uitschakelen.
• Aandrijving van de poort ontgrendelen en zonder poort proberen.
Werkvermogen en traject van de aandrijving evt. opnieuw programmer-
en als poort in orde is.
10. De aandrijving loopt slechts in één richting:
• Poortveren mogelijks defect of poort loopt moeilijk in een bepaalde
richting.
• Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren
als de poort in orde is.
11. De ketting klappert tegen de rail:
• Kettingspanning veranderen. Meestal moet de oorzaak bij een te sterk
gespannen ketting worden onderzocht. De veren van de spaninrichting
van de rail mogen niet volledig samengedrukt worden.
• De poort loopt niet gelijkmatig en verplaatst de aandrijving in trilbewe-
gingen. Poortbeweging verbeteren.
12. Poortaandrijving start niet wegens stroompanne:
• Aan de greep trekken om de loopwagen van de aandrijving te koppe-
len (manuele ontgrendeling). De poort kan nu met de hand worden
geopend en gesloten. Wordt de poortaandrijving opnieuw eactiveerd,
dan wordt de loopwagen opnieuw verbonden.
• Voor zover geïnstalleerd, wordt de loopwagen bij een stroompanne
met behulp van een externe noodontgrendeling van buiten de garage
van de aandrijving gekoppeld.
13. Poort keert om, nadat de kracht werd geprogrammeerd:
• Kijk of de rail buigt. De aandrijving heeft veel kracht nodig om de poort
te bewegen. Poort herstellen of correct monteren.
• Poort is zeer zwaar of in slechte staat. Raadpleeg een specialist.
14. De rail op de aandrijving buigt:
• Poort is zwaar, zeer zwaar, loopt moeilijk of is in slechte staat. Raad-
pleeg een specialist.
• Als de rail tijdens de beweging slingert, wijst dat op een niet gelijkmatig
werkende poort met steeds veranderende krachtbehoefte. Raadpleeg
een specialist en smeer evt. de poort. Een bijkomende ophanging aan
de rail kan het probleem verhelpen.
15. De aandrijving „werkt" (motor draait hoorbaar) maar de loopwa-
gen beweegt niet:
• De loopwagen is van de aandrijving gekoppeld.
• Bij een nieuwe installatie: Bij de montage van motor en rail is de
voorgemonteerde adapterhuls tussen de motoras en de rail niet gem-
onteerd. Deze is in de fabriek voorgemonteerd, maar kan verwijderd
worden. Als u achter de aandrijving staat, kunt u zien of het tandwiel in
de rail draait, of enkel de motor.
• Bij een nieuwe installatie: De ketting is van het tandwiel in de rail
gesprongen. Als u achter de aandrijving staat, hebt u zicht op het
tandwiel.
• Na langdurig gebruik: Is de ontgrendeling defect of permanent los?
• Na langdurig gebruik: Het omhulsel tussen rail en motor of de motor-
transmissie is defect.
16. De poort ontgrendelt zich vanzelf uit de loopwagen en blijft
staan:
• Is er een externe ontgrendeling bij stroompanne geïnstalleerd, dan
moet gecontroleerd worden of deze zich tijdens het openen van de
poort opspant en ontgrendelt. Houd het mechanisme in de gaten en
stel het evt. opnieuw in.
• De greep van de ontgrendeling mag niet door andere voorwerpen
worden vervangen.
nl 7