BEDIENING
Grootte van de pot:
De diameter van de potten en pannen moet zo goed mogelijk overeenstemmen met de
diameter van het kookveld.
Deksel van de pot:
Een deksel op de pot voorkomt warmteverlies, verkort daardoor de verwarmingstijd en ver-
mindert zo het energieverbruik.
Bedieningspaneel
Als de kookplaat op het elektriciteitsnet aangesloten is, moet er een kort geluidssignaal
weerklinken, waarna u de kookplaat kunt opstarten.
Opgelet!
Plaats geen voorwerpen op de oppervlakken van de sensors (hierdoor kan een
defectsignaal gegenereerd worden). Deze oppervlakken moeten steeds rein
gehouden worden.
Aanschakelen van de kookplaat
Als de kookplaat uitgeschakeld is, zijn alle kookvelden
uitgeschakeld en branden de indicatoren niet.
Door op de hoofdsensor
de plaat aan. Op alle indicatoren verschijnt voor 10
seconden "0". U kunt nu het gewenste verwarming-
svermogen instellen met behulp van de sensor (+)
en de sensor (-) (zie Instelling van het verwarming-
svermogen).
Als er gedurende 10 seconden geen enkele sensor bijgestuurd wordt, dan schakelt
de kookplaat zichzelf uit.
Als de kinderblokkade
Deblokkeren van de kookplaat).
50
te drukken schakelt u
actief is, kan de kookplaat niet aangeschakeld worden (zie