III-A. Schematische weergave
A
B
N
A
Verlichtingsmodus
B
Betreffende temperatuurzones
C
Storingsalarm sonde
D
Temperatuuralarm
E
Koolfilteralarm
F
Toegangstoets instellingen en bevestiging
G
Keuze- en regeltoetsen
III-B. Temperatuurregeling
Aanbevolen instellingsbereik voor de temperatuur in het onderste gedeelte: 7 tot 9°C.
Aanbevolen instellingsbereik voor de temperatuur in het bovenste gedeelte: 17 tot 19°C.
Druk 3 sec. op de toets
1
Druk ongeveer 2 sec. op de toets
Het scherm begint te knipperen.
2
Druk op de toetsen
in te stellen.
3
Druk op de knop
Het rechter scherm knippert.
De waarde die door het scherm wordt weergegeven, is de werkelijk
temperatuur van de wijnkast. U moet dus even geduld hebben
voordat de nieuw ingestelde temperatuur in werking treedt.
16
NL
6/ INGEBRUIKNAME VAN UW WIJNKAST
C
D
E
B
M
L
K
om op te starten.
5 sec.
2 sec.
.
of
om de gewenste adviestemperatuur
om te bevestigen.
(multitemperatuurmodel S-LAPREMIERE-L)
F
G
H
J
I
H
Toegangs- en bevestigingstoets verlichtingsmodus
I
Toegangstoets teller koolfilter
J
Aan / Uit toets
K
Temperatuurweergave bovenste gedeelte wijnkast
L
Indicator warmtecircuit
M
Indicator koelcircuit
N
Temperatuurweergave onderste gedeelte wijnkast
4
Druk op de toetsen
in te stellen.
5
Druk op de knop
• De temperatuur in het onderste gedeelte is standaard ingesteld op
8°C. Deze temperatuur kan echter worden ingesteld tussen 5 en 10°C.
• De temperatuur in het bovenste gedeelte is standaard ingesteld op
18°C. Deze temperatuur kan echter worden ingesteld tussen 15 en
20°C.
LET OP: Voor een correcte werking dient uw wijnkast in een ruimte te
worden geplaatst met een temperatuur tussen 12 en 30°C (glazen deur
en dichte deur).
De aanraaktoetsen zijn erg gevoelig. Het
is niet nodig de toetsen diep in te
drukken. Een kleine aanraking is
voldoende
om
de
opdracht
registreren. Vergeet niet uw vinger van
het regelpaneel te halen na elke
aanraking.
of
om de gewenste adviestemperatuur
om te bevestigen.
te