De foto is onscherp.
•
De camera is tijdens de opname bewogen.
•
De digitale zoom werd gebruikt, waardoor de kans op bewe-
gingsonscherpte toeneemt.
•
Het motief was buiten het instelbereik van de camera. Gebru-
ik eventueel de macromodus voor close-ups.
De foto wordt niet op het scherm weergegeven.
•
Er is een SD-kaart geplaatst waarop met een andere came-
ra foto's gemaakt zijn in een niet-DCF-modus. De camera kan
deze foto's niet weergeven.
De tijdsduur tussen de opnamen is langer bij foto's in het
donker
•
Bij minder licht werkt de sluiter normaal gesproken langza-
mer. Wijzig de positie van de camera of zorg voor beter licht.
Gebruik een statief.
De camera wordt uitgeschakeld.
•
De camera schakelt na een ingestelde tijd uit om de batteri-
jen te sparen. Start de camera opnieuw.
De opname is niet opgeslagen.
•
De camera is uitgeschakeld voordat de opname kon worden
opgeslagen.
DE
FR
NL
EN
193 van 264