2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of
vuil in of rond de rand van de
opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter (A) terug. Zorg
ervoor dat het goed onder de 2
geleidingen zit.
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8. Plaats de filter (B) terug in de platte
filter (A). Rechtsom draaien tot het
vastzit.
LET OP!
Een onjuiste plaatsing van de
filters kan leiden tot slechte
wasresultaten en het
apparaat beschadigen.
11.2 De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te
verwijderen. Als etensresten de openingen
in de sproeiarmen hebben verstopt,
verwijder deze dan met een smal en
puntig voorwerp.
11.3 Buitenkant reinigen
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
• Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
• Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
11.4 De binnenkant van de
machine reinigen
• Reinig het apparaat zorgvuldig,
inclusief de rubberen afdichting van de
deur, met een zachte, vochtige doek.
• Als u regelmatig korte programma's
gebruikt dan kunnen er vetresten en
kalkaanslag achterblijven in het
apparaat. Om dit te voorkomen raden
we aan minstens 2 keer per maand
progamma's met een lange duur te
gebruiken.
NEDERLANDS
17