terug. Als u niet op de toets 'Return'
sec. naar de normale weergave terug.
De hulpreflector wordt in de stroboscoopfunctie niet ondersteund. Ook als
de hulpreflector in het Selectmenu geactiveerd werd, flitst hij in de strobo-
scoopfunctie niet mee! In het display wordt het symbool voor de hulpre-
flector
dan ook niet aangegeven!
5.9 Spot-Beam-functie
In de Spot-Beam-functie kan, bij een lage omgevingshelderheid, scherpstelling
op het onderwerp met behulp van de AF-meetflits plaatsvinden, ook zonder dat
er bij de opname een flits wordt ontstoken.
In de Spot-Beam-functie verschijnt in de zoeker van de camera geen aanduiding
van flitsparaatheid en geen belichtingscontrole. De camera wordt niet omge-
schakeld naar de flitssynchronisatietijd en gedraagt zich alsof er geen flitser op
aangesloten is.
De Spot-Beam-functie wordt slechts uitgevoerd als de flitser ingeschakeld
en opgeladen is. (Let op de aanduiding van de flitsparaatheid op de flit-
ser zelf!)
Als u op de ontspanknop op de camera drukt wordt geen flits ontstoken! Let op
de aanwijzingen ten aanzien van de AF-meetflits in hoofdstuk 18.
6. Flitsparameters (menu 'Parameter')
Voor het correct functioneren van de flitser is het noodzakelijk dat de verschillen-
de flitsparameters, zoals bijv. de zoomstand van de hoofdreflector, diafragma-
waarde, lichtgevoeligheid ISO enz. aan de instellingen op de camera worden
aangepast.
Voor de automatische aanpassing van de flitsparameters moet de combinatie
van camera en flitser gemonteerd en ingeschakeld zijn. Bovendien moet er een
uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser hebben plaatsgevonden. Tip
daartoe even de ontspanknop op de camera aan. In het display wordt de maxi-
male reikwijdte, overeenkomstig de ingestelde flitsparameters aangegeven.
70
drukt, schakelt het display na ong. 5
6.1 Het instellen van de flitsparameters
Bij het voor het eerst op een knop drukken wordt de displayverlichting
geactiveerd
Afhankelijk van de ingestelde flitsfunctie worden in het menu verschillende flit-
sparameters aangegeven. Bij camera's met digitale overdracht van de gegevens
worden de flitsparameters voor de diafragmawaarde (F), de brandpuntsafstand
van het objectief (Zoom) en de lichtgevoeligheid (ISO) automatisch op de flitser
ingesteld. De flitsparameters voor de diafragmawaarde (F) en de lichtgevoelig-
heid (ISO) kunnen daarbij niet worden veranderd.
• Druk zo vaak op de toets 'Para' (parameter), dat in het display de gewenste
flitsparameter (zie hieronder) wordt aangegeven.
De volgende flitsparameters zijn mogelijk:
TTL/P-TTL/
M/M HSS
P-TTL-HSS/A/SB
—
—
N
—
—
f
—
P
P
Zoom
Zoom
Zoom
EV
—
—
• Stel met de toetsen PLUS / MINUS de gewenste waarde in. De instelling treedt
onmiddellijk in werking.
• Druk op de toets 'Return'
. Het display schakelt naar de normale weergave
terug. Als u niet op de toets 'Return'
sec. naar de normale weergave terug.
Het systeem bepaalt dat de diafragmawaarden niet in het display van de
flitser worden aangegeven!
Tabel 1
Stroboscoop aantal flitsen
Stroboscoop flitsfrequentie
Met de hand in te stellen deelvermogen
Reflectorstand
Met de hand in te stellen correctie op de flitsbelichting
drukt, schakelt het display na ong. 5