Schneider Airsystems AM 22-8 Notice D'utilisation D'origine page 118

25 RIEMSPANNING
Via de spanschroef (fig.1-1) wordt de riemspanning uitgevoerd; het steunoppervlak van de schuifflens van de
compressor (fig.1-3) verschuift vertikaal (nadat de schroeven voor bevestiging van de compressor werden
losgedraaid fig. 1-4).
Deze handeling kan uitgevoerd worden door met een dynamometer op de aslijn van de riemen (zie fig. 2) een
kracht overeenkomstig met F = 90±5 N toe te passen zodat een doorslagspanning overeenkomstig met f = 7±0,2
mm wordt verkregen.
Indien de waarde f>7,2 mm is, betekent dit dat de riemspanning te klein is. Dus zal via de spanschroef (1) de
correcte spanningswaarde moeten hersteld worden.
Indien de waarde f<6,8mm is, betekent dit dat de riemspanning te groot is. Dus zal via de spanschroef (1) de
correcte spanningswaarde moeten hersteld worden.
OPMERKING 1 : Nadat eventueel de correcte riemspanning werd ingesteld, moet de compressor
gedurende 20-30 minuten draaien. Controleer opnieuw de riemspanning door de waarde "f" te meten.
Indien de riemspanning niet correct is, moet ze hersteld worden door de bovenvermelde procedure te
volgen.
OPMERKING 2 : Controleer de perfecte uitlijning van de schijven en corrigeer indien nodig.
De toegelaten maximum afwijking is 2 mm. ( fig. 1 )
LIJN VOOR
CONTROLE
VAN DE
UITLIJNING
Fig. 2
1-SPANSCHROEF
2-BLOKKERENDE MOER
3-SCHUIFPLAAT
4-SCHROEVEN SCHUIFPLAAT
5-COMPRESSORPOELIE
6-MOTORPOELIE
7-MOTORSTEUN
COMPRESSOR
8-ELEKTRISCHE MOTOR
9-COMPRESSOR
10-RIEM
Fig. 1
5-22