15.2 EERSTE CONTROLE.
Nadat u de compressor uit de verpakking heeft gehaald en voor hem aan te sluiten, moet u op degelijke
wijze controleren of hij geen schade heeft opgelopen gedurende het transport. Hou verpakkingsresten
zoals hout, spijkers, pvc-bladen buiten het bereik van kinderen daar ze gevaar kunnen opleveren.
Verwijder de verpakkingsresten op milieuvriendelijke wijze!
a – controleer of alle zekeringen op het elektrisch schakelbord van de compressors (indien
voorzien) in de correcte stand staan en goed vast zitten;
b – controleer de aanspanning van de voornaamste bouten en de beschermingen.
15.3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluitingen moeten uitgevoerd worden conform met de IEC richtlijnen. Neem bovendien
alle plaatselijke voorschriften i.v.m. de veiligheid in acht.
Verzeker u ervan dat u de geschikte bedrijfsspanning gebruikt. De aangeduide nominale spanning moet
worden gebruikt; ± 5 %. Controleer of in elke fase dezelfde spanning wordt gebruikt.
De klant moet de voedingskabel tegen kortsluiting beschermen. Raadpleeg voor de gebruikte types
zekeringen de elektrische schema's en technische gegevens.
Indien de compressor voorzien is van een geïntegreerde droger, is het noodzakelijk het elektrisch
schakelbord met een afzonderlijke lader van 230V aan te sluiten (raadpleeg de elektrische schema's en de
technische gegevens).
Een correcte aansluiting van een beschermende aardgeleider is van fundamenteel belang.
De aansluitingen met de voeding mogen enkel door bevoegde elektromonteurs uitgevoerd
worden. Installeer geen computers in de nabijheid van de compressor. Verzeker u ervan dat
eventuele computers met een andere elektrische circuit worden aangesloten.
15.4 ADVIES.
De lucht die wordt opgezogen door de compressor moet absoluut vrij zijn van ontvlambare of giftige
a
dampen te wijten aan oplosmiddelen of lak. Ze zouden brand of explosies kunnen teweegbrengen
en de lucht in de werkomgeving vervuilen.
Het ontbreken van een opslagtank heeft een negatieve invloed op de veilige werking van de
b
compressor daar de elektrische afstellingselementen overbelast kunnen geraken en de compressor
elk uur een overmatig aantal keren kan op gang komen, wat schadelijk is voor de elektrische motor.
Demonteer of wijzig de veiligheidsinrichtingen, beschermingen, isolaties van de compressor niet.
c
Het is strikt verboden de drukregelaar op een hogere waarde in te stellen dan wat toegestaan is voor
d
het compressormodel en de druk in de tank. In elk geval is de toegestane bedrijfsdruk steeds kleiner
dan de druk voor opening van de veiligheidsklep van de tank, gebouwd conform met de geldende
normen.
5-13