Naam
Gerechten
Reiniging
Basisinstellingen
4.5 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Zelfreinigende oppervlakken
Het plafond in de binnenruimte is zelfreinigend. De zelf-
reinigende oppervlakken zijn voorzien van een laagje
poreus, mat keramiek en hebben een ruw oppervlak.
Wanneer het apparaat in gebruik is, nemen de zelfreini-
gende oppervlakken vetspetters van het bakken, bra-
den of grillen op en breken ze af.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, gaat de verlichting
van de binnenruimte aan. Wanneer de apparaatdeur
langer dan ca. 15 minuten is geopend, dan schakelt de
verlichting van de binnenruimte uit.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting van de binnenruimte aan als het programma
loopt. Wanneer het gebruik eindigt, gaat de verlichting
van de binnenruimte uit.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
Warme lucht komt vrij via de ventilatiesleuven boven de
apparaatdeur.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
▶
Dek de ventilatiesleuven niet af.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt. Wanneer het
apparaat in de magnetronfunctie wordt gebruikt, blijft
het apparaat koud, de koelventilator schakelt niettemin
in. De koelventilator kan blijven draaien, ook wanneer
het gebruik van de magnetron reeds is beëindigd.
5 Accessoires
Ac c e s s oi r e s
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
Ac c e s s oi r e s
apparaat afgestemd.
Accessoires
Rooster
5.1 Meer accessoires
Meer accessoires kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of op het internet.
Vermogen/standen
Gebruik
Voor vele gerechten zijn er voorgeprogrammeerde instel-
lingen.
Reinigingsfunctie voor de binnenruimte kiezen.
→ "EasyClean", Pagina 83
Basisinstellingen aanpassen.
→ "Basisinstellingen", Pagina 82
Inschuifhoogtes
De binnenruimte heeft 4 inschuifhoogtes.
De bodem van de binnenruimte op hoogte 0 is vooral
voor het gebruik met magnetron geschikt. Alleen ser-
vies gebruiken dat geschikt is voor de magnetron.
4.6 Condenswater
Bij het bereiden kan in de binnenruimte en op de deur
van het apparaat condensvorming optreden. Condens
is normaal en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Veeg na het bereiden het condens af.
4.7 Apparaatdeur
U kunt de apparaatdeur altijd openen. Wanneer u de
apparaatdeur opent tijdens het gebruik, wordt de wer-
king stopgezet. Wanneer de apparaatdeur weer is ge-
sloten, kunt u het gebruik met
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Gebruik
¡ Rooster voor maximaal magnetronvermo-
gen ongeschikt
¡ Rooster om te grillen en te gratineren
¡ Rooster als plaats om vormen op te zet-
ten
U vindt een uitgebreid aanbod voor uw apparaat in on-
ze folders of op internet:
Accessoires nl
hervatten.
73