2. Boor beide boorgaten.
3. Sla de pluggen in de boorgaten.
4. Schroef de muurbeugel stevig vast.
5. monteer de radiator aan de muurbeugel.
6. Markeer de posities van de boorgaten (links en rechts) van de onderste muurbeugels op de muur met een potlood.
Verwijder de radiator van de muurbeugel.
7. Boor beide boorgaten.
8. Sla de beide resterende pluggen in de boorgaten.
9. Bevestig de radiator aan de muurbeugel en draai de twee resterende schroeven aan de onderste muurbeugel.
WERKING
Lees alle instructies voor u deze verwarming gebruikt.
1.
Zorg er evrder ook voor dat de aan/uit-schakelaar in de stand "OFF" staat.
2.
Steek de stekker in een geschikt stopcontact (geschikt voor minstens 10A).
3.
Zet de hoofdschakelaar AAN. Houd de knoppen "MODE" en "SET" 10 seconden lang ingedrukt om de
programmering te resetten (deze stap is alleen nodig voor het inschakelen bij de eerste ingebruikname).
4.
Gebruik de knoppen "SET", "+" en "-" om de actuele tijd en de dag in te stellen. Met deze knoppen kunt u
ook het weekprogramma bepalen voor het in- en uitschakelen van het apparatuur, plus de doeltemperatuur.
Bijv.: Programmering op zondag "Sun", inschakeltijd "ON" 7:30 uur, uitschakeltijd "OFF" 10:00 uur,
doeltemperatuur bedraagt 20°C
5.
Druk op de knop "MODE" om een modus te kiezen:
Handmatige modus:
Op het display is een handsymbool te zien. De vooraf ingestelde doeltemperatuur
bedraagt 22°C. Zet de gewenste doeltemperatuur met de knoppen "+" en "-" op 5°C
(antivriesfunctie) of tussen de 10°C en 32°C. Wanneer de kamertemperatuur lager is
dan de doeltemperatuur, gaat de verwarming aan. Wanneer de kamertemperatuur
hoger is dan de doeltemperatuur, gaat de verwarming uit. De verwarming gaat weer
aan zodra de kamertemperatuur minimaal 3°C lager is dan de doeltemperatuur.
Programmamodus:
Het apparaat schakelt het opgeslagen weekprogramma in.
Auto-modus:
In de auto-modus wordt het opgeslagen weekprogramma ingeschakeld, net als in de
programmamodus. Daarnaast wordt de inschakeltijd automatisch aangepast op het
verschil tussen kamer- en doeltemperatuur, om zo op de ingestelde tijd sneller op de
doeltemperatuur te komen:
Wanneer de kamertemperatuur 5°C lager is dan de doeltemperatuur, gaat het apparaat
30 minuten voor de geprogrammeerde inschakeltijd aan.
Wanneer de kamertemperatuur 6 of meer graden lager is dan de doeltemperatuur, gaat
het apparaat 60 minuten voor de geprogrammeerde inschakeltijd aan.
Anti-vorst functie
Deze functie houdt de kamertemperatuur boven het "vriespunt". Zet de temperatuur in de handmatige
modus op 5°C. Dit voorkomt ijsvorming en daaruit voortkomende leidingbreuken.
Waarschuwingen:
• Overweeg de temperatuur lager in te stellen als u meerder uren afwezig zal zijn.
• Laat indien u meerder apparaten in dezelfde ruimte heeft deze gelijktijdig werken. U krijgt op deze manier
een gelijkmatiger temperatuur zonder dat uw elektriciteitsverbruik oploopt.
• Schakel het apparaat uit als u een kamer ventileert.
REINIGEN
1.
Schakel voor het reinigen de verwarmer uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de verwarmer
afkoelen.
2.
Dompel het netsnoer en de stekker niet onder in water of een andere vloeistof. Giet geen water
of een andere vloeistof over de verwarming.
3.
Gebruik een stofzuiger om vuil te verwijderen van het metalen raster van de verwarmer.
4.
Veeg de verwarmer af met een droge doek om stof te verwijderen en een vochtige doek (niet nat)
om vlekken weg te vegen.
5.
Gebruik geen detergenten, schuurpoeder of om het even welk polijstmiddel op het lichaam van de
verwarmer: dit kan de afwerking beschadigen.