11.14. De functies Beveiligen en
Deblokkeren
11.14.1. Afzonderlijke bestanden
` Kies in het weergavemenu de optie "BEVEILIGEN" en ver-
volgens de optie "EÉN".
` Kies met de toets of een foto.
` Kies "VERGRENDELEN" of "ONTGRENDELEN" en
druk op de toets OK om het geselecteerde bestand respec-
tievelijk te beveiligen of te deblokkeren.
` Kies "SLUITEN" en bevestig met de toets OK om terug te
keren naar de weergavemodus.
11.14.2. Meerdere bestanden
` Kies in het weergavemenu de optie "BEVEILIGEN" en ver-
volgens de optie "MULTI".
` Kies een foto met de toetsen of en stel met de toets OK
een blokkeringsmarkering in of maak een reeds vastgelegde
blokkeringsmarkering weer ongedaan met de toets OK.
` Druk op de toets
` Selecteer "JA" om alle geselecteerde bestanden te blokke-
ren of te deblokkeren.
` Selecteer "ANNULEREN" om terug te keren naar de weer-
gavemodus.
94 van 350
om naar de volgende stap te gaan.