3.5.6 - Werking enkel "Ventilatie"
• In deze werkwijze voert het apparaat geen enkele ingreep uit op de temperatuur of de vochtigheid van
de lucht in de ruimte.
• Activeer deze werkwijze door meerdere keren op de toets B4 op de afstandsbediening te drukken tot het
symbool van de automatische ventilatie D1 op het display van de afstandsbediening weergegeven wordt.
3.5.7 - Werking enkel "Welzijn" (automatisch)
• In deze werkwijze worden de temperatuur van de installatie en de ventilatorsnelheid automatisch geregeld
(met uitzondering van de werking "ontvochtiging") naar aanleiding van de temperatuur in de ruimte en de
ingestelde gewenste temperatuur.
• Activeer deze werkwijze door meerdere keren op de toets B4 op de afstandsbediening te drukken tot het
symbool D7 op het display weergegeven wordt.
3.5.8 - Werking "Verwarming"
• Door deze werkwijze in te stellen, verwarmt het apparaat de omgeving.
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor modellen met warmtepomp (HP).
• Activeer deze werkwijze door meerdere keren op de toets B4 op de afstandsbediening te drukken tot het
symbool D2 op het display van de afstandsbediening weergegeven wordt.
• In deze werkwijze kunnen de gewenste temperatuur en de ventilatorsnelheid worden ingesteld. Drie
minuten (maximale tijd) na de activering van de werkwijze gaat de compressor van start en begint het
apparaat warmte af te geven.
• De (groene) LED B op het paneel gaat branden om aan te geven dat de compressor is ingeschakeld
(afb.40).
Het apparaat zal de warmtewisselaar regelmatig ontdooien.
Gedurende deze fase stuurt de klimaatregelaar geen warme lucht de ruimte in,
ook al blijven de inwendige onderdelen ingeschakeld, met uitzondering van de
ventilator van de omgevingslucht.
Bij een lage buitentemperatuur kan een vertraging optreden bij de overschakeling
van de minimumsnelheid naar de medium- of maximumsnelheid wanneer het
signaal met de afstandsbediening wordt gezonden.
Soortgelijke vertragingen kunnen optreden bij de activering van het oscilleren van
de beweegbare flap.
Na de uitschakeling van de unit blijft de interne ventilator nog een aantal seconden
werken. Vervolgens wordt de ventilator uitgeschakeld en worden de beide flappen
gesloten.
NL - 22
(enkel voor modellen met warmtepomp)