NL
B.
BEDRADING.
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE CONTROLEAPPARATUUR MOET
GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET
ONDERHOUD.
DE LINEAIR-VENTILATOREN ZIJN DUBBEL GEÏSOLEERD EN HEBBEN EEN
AARDE-AANSLUITINGEN EN DEZE VENTILATOREN HOEVEN NIET GEAARD TE WORDEN.
1. Verwijder de afdekking van de aansluitdoos & de schroeven en houd ze apart, fig. 9
2. Kies het juiste aansluitschema in en volg dit op (fig. 10-11).
3. Controleer of alle verbindingen juist zijn aangesloten en dat alle contactaansluitingen en
kabelklemmen goed vast zitten.
4. De kabeldoorvoer moet gemaakt worden met de meegeleverde kabel afdekkingsring
5. Plaats de afdekking van de aansluitdoos & de schroeven terug, fig. 12
6. Controleer dat de waaier vrij draait en niet wordt belemmerd
9
11 - Timermodellen
(Timermodellen kunnen niet worden gebruikt met een snelheidsregelaar)
Timer aanpassing.
De ventilator moet worden aangesloten op een
afstandsschakelaar (bijv. een lichtschakelaar). Als de
ventilator op 'AAN' wordt gezet, draait deze op de
gekozen snelheid en blijft voor een vooraf ingestelde
tijd doorgaan als de schakelaar op 'UIT' wordt gezet.
De timer is af fabriek ingesteld op circa 15 minuten. De
uitlooptijd kan tussen 3 - 25 minuten worden aangepast
door de verstelinrichting van de bediendings-PCB aan
te passen met behulp van een platte schroevendraaier.
Fig 13
Voor de timer wordt aangepast, de stroomtoevoer
uitschakelen.
Verwijder de afdekking van de aansluitdoos van de ventilator en bewaar de schroeven
Om de bedrijfstijd te VERLENGEN draait u de regelaar RECHTSOM.
Om de bedrijfstijd te VERKORTEN draait u de regelaar LINKSOM.
Plaats de afdekking van de aansluitdoos van de ventilator.
10 - Basismodellen
13
Timer aanpassing
16
MERK. ER ZIJN GEEN
12