J. Jonge kinderen moeten onder toezicht staan om te voorkomen
dat ze met het apparaat spelen.
NL
A.
INSTALLATIE
De unit is ontworpen als een in-line ventilator die tussen twee kanalen wordt geplaatst. Korte
kanalen die net voor de ventilator eindigen (d.w.z. binnen 1,5 m) moeten voorzien zijn van
passende afschermingen, tenzij de ventilator meer dan 2,1 m boven de vloer is aangebracht.
Bij gebruik van flexibele kanalen moeten deze volledig worden uitgerekt voor het beste
resultaat. Plaats de ventilator op het hoogste punt van het systeem, waarbij beide kanalen
vanaf dit punt naar beneden gericht zijn. De pijl op het informatielabel wijst in de richting van de
luchtstroom. Wanneer de unit geplaatst wordt in een omgeving met een hoge luchtvochtigheid
moet een waterslot worden ingebouwd. (Zie fig. 15 voor de afmetingen en bevestigingsgaten
van de ventilator). Wanneer de unit wordt geplaatst moet gezorgd worden voor voldoende
ruimte voor service en onderhoud.
Ga als volgt te werk voor toegang tot de bevestigingsgaten: -
A. Gebruik een kruisschroevendraaier, verwijder de twee blauwe plastic clips door de
bouten los te maken zoals getoond in fig. 1. Schuif de motor-waaier eruit, zie fig. 2.
B. De ventilator kan nu in elke willekeurige hoek worden opgehangen met behulp van de
aanwezige gaten, zie fig. 3, 4, 5, 6 & 15
C. Zodra de basis stevig vast zit, kan de motor-waaier worden terug geschoven, zoals te
zien in fig. 7. Plaats de schroeven terug en draai ze goed vast om de installatie te
vergrendelen, fig. 8.
1
5
2
6
3
7
15
4
8