Als u een weerstandsmeting uitvoert, dient u erop te letten, dat de meetpunten,
die u met de meetpennen voor het meten aanraakt, vrij zijn van verontreinigin-
gen, olie, soldeerlak of soortgelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het
meetresultaat beïnvloeden.
De knop "REL" werkt alleen als er een meetwaarde wordt weergegeven. Als er
"OL" wordt weergegeven, kan deze functie niet worden geactiveerd.
11.9 Diodetest
Controleer dat alle te meten schakelcomponenten, schakelingen en
bouwelementen evenals andere meetobjecten absoluut spannings-
loos en ontladen zijn.
Zet de DMM aan en selecteer de
meetfunctie
Steek de rode meetkabel in de
Ω-meetaansluiting,
meetkabel in de COM-meetaanslu-
iting.
Controleer de meetkabels op gelei-
ding door de twee meetennen met
elkaar te verbinden. Vervolgens
moet zich een meetwaarde van ca.
0,000 V instellen.
Sluit de beide meetpennen aan op
het meetobject (diode). Verbind de
rode meetkabel met de anode (+)
en de zwarte meetkabel met de
kathode (-).
Het display toont de doorlaatspanning "UF" in Volt (V). Als het display "OL"
weergeeft, wordt de diode verkeerd om (UR) gemeten of is de diode defect
(onderbroken). Voer ter controle nog een meting met omgekeerde polen uit.
Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM
uit.
.
de
zwarte
157