7. Bedieningselementen van de zender
1 Telescoopantenne
Voor het transport kan de telescoopantenne
desgewenst worden uitgeschroefd.
2 LCD-scherm
3 In-/uitschakelaar
Met deze schuifschakelaar wordt de zender in- resp.
uitgeschakeld. Schakel de zender nooit uit, als het
voertuig nog in bedrijf is!
4 Laadbus, voor het opladen van de accu's in de
zender
5 Bedieningstoets voor het instelmenu
6 Power LED
7 Wipschakelaar 'DT3' voor dual rate-instelling
8 Wipschakelaar 'DT4' voor het trimmen van de sturing
van de achteras
9 Omschakeltoets besturing
10 Hendel voor vooruit/achteruitrijden
Met deze hefboom worden de aandrijving en de
remfunctie van het voertuig bestuurd.
11 Draaiwiel voor de besturing
12 Wipschakelaar 'DT1' voor het trimmen van de sturing van de vooras
13 Wipschakelaar 'DT2' voor het trimmen/de neutrale stand van de rijfunctie
14 Vervangbaar kristal (aan de achterzijde van de zender)
Zowel in de zender als in de ontvanger moet een kristal worden geplaatst met dezelfde frequentie.
Zenderkristallen zijn in de regel gekenmerkt met 'T' of 'TX', ontvangerkristallen met 'R' resp. 'RX'. Verwissel deze
beide kristallen niet!
15 Batterijvak
Plaats hier 8 batterijen van het type AA/Mignon of 8 accu's met de juiste polariteit. De juiste polariteit is aangegeven
in het batterijvak.
1
2
3
4
5
6
7
8
13
12
11
10
9
15
14
Afb. 1
77