12. Afstemmen
12.1 Veervoorspanning
Max.
Min.
12.2 Uitlijning
De banden spreiden zich uit wanneer de auto vooruit rijdt, dus de uitlijning bij stilstand zal niet hetzelfde zijn
als wanneer de auto rijdt. Om de stuurrespons en behandeling te optimaliseren, compenseert u dit door de
banden uit te lijnen met een lichte "toespoor". Kijk hieronder voor meer informatie.
56
• De schokdempers zijn bevestigd met een draadring om de veerspanning
(voorbelasting) aan te passen. U kunt de veerspanning verhogen of verlagen door
de ring te verstellen.
• Met veren die op de juiste lengte zijn afgesteld, kan de vering het gewicht van de
auto correct ondersteunen, wordt leunen in bochten vermeden, wordt uitbodemen
van het chassis tegengegaan, wordt de tractie verbeterd en kan de rijhoogte
nauwkeuriger worden afgesteld.
• Zorg ervoor dat de voorspanning aan beide zijden gelijk is.
• Experimenteer met verschillende instellingen en posities om de beste resultaten
te krijgen.
A
B
• Afstellingsopties:
- Verstelbare vooras: Ja
- Verstelbare achteras: Ja
• Wieluitlijning beschrijft de wielrichting in relatie tot
de rijrichting (A = toespoor, B = uitspoor).
• Een toespoor of uitspoor van meer dan 3° leidt tot
behandelingsproblemen en verminderde snelheid.
Het verhoogt ook de bandenslijtage.
vv
Maak kleine aanpassingen.
• Zorg ervoor dat de positie aan beide zijden gelijk is.
¦ ¦