4 Veiligheidsinstructies
► Niet met het zwart gemarkeerde vlak wer‐
ken.
► Een in deze handleiding aangegeven com‐
binatie van snijgarnituur, beschermkap en
draagsysteem gebruiken.
► Metalen snijgarnituur correct aanscherpen/
slijpen.
► Met vol gas werken.
4.10
Vervoer
WAARSCHUWING
■ Tijdens de werkzaamheden kan de aandrijfkop
heet worden. De gebruiker kan bij contact
hiermee brandwonden oplopen.
► Hete aandrijfkop niet aanraken.
■ Tijdens het vervoer kan de motorzeis kantelen
of verschuiven. Personen kunnen letsel oplo‐
pen en er kan beschadiging optreden.
► Schakel de motor uit.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de transportbeschermkap.
► Borg de motorzeis met spanbanden, riemen
of een net dusdanig dat deze niet kan kan‐
telen en niet kan verschuiven.
■ Nadat de motor heeft gedraaid, kunnen de uit‐
laatdemper en de motor heet zijn. De gebrui‐
ker kan bij contact hiermee brandwonden
oplopen.
► Draag de motorzeis met één hand dusdanig
op de steel/maaiboom dat het snijgarnituur
naar achteren is gericht en de motorzeis in
balans is.
4.11
Opslag
WAARSCHUWING
■ Kinderen kunnen de gevaren van de motor‐
zeis niet herkennen en ook niet inschatten.
Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen.
► Schakel de motor uit.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de transportbeschermkap.
► De motorzeis buiten het bereik van kinde‐
ren opslaan.
■ De elektrische contacten op de motorzeis en
metalen onderdelen kunnen door vocht corro‐
deren. De motorzeis kan worden beschadigd.
► Sla de motorzeis schoon en droog op.
4.12
Reiniging, onderhoud en repa‐
ratie
WAARSCHUWING
■ Als tijdens de reinigings-, onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden de motor draait, kan
0458-844-7601-A
het snijgarnituur onbedoeld gaan draaien. Per‐
sonen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan
materiële schade ontstaan.
► Schakel de motor uit.
■ Nadat de motor heeft gedraaid, kunnen de uit‐
laatdemper en de motor heet zijn. Personen
kunnen zich verbranden.
► Wacht tot de uitlaatdemper en de motor zijn
afgekoeld.
■ Tijdens de werkzaamheden kan de aandrijfkop
heet worden. De gebruiker kan bij contact
hiermee brandwonden oplopen.
► Raak de hete aandrijfkop niet aan.
■ Agressieve reinigingsmiddelen, het reinigen
met een waterstraal of puntige voorwerpen
kunnen de motorzeis, de beschermkap of het
snijgarnituur beschadigen. Als de motorzeis,
de beschermkap of het snijgarnituur niet op de
juiste wijze worden gereinigd, kunnen compo‐
nenten niet meer correct functioneren en kun‐
nen de veiligheidsinrichtingen buiten gebruik
raken. Personen kunnen ernstig letsel oplo‐
pen.
► Reinig de motorzeis, beschermkap en snij‐
garnituur zoals staat beschreven in deze
handleiding.
■ Als de motorzeis, de beschermkap of het snij‐
garnituur niet correct worden onderhouden of
gerepareerd, kunnen componenten niet meer
correct functioneren en kunnen de veiligheids‐
inrichtingen buiten werking raken. Personen
kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
► Onderhoud of repareer de motorzeis en
beschermkap niet zelf.
► Als aan de motorzeis of de beschermkap
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd: neem contact
op met een STIHL dealer.
► Onderhoud het snijgarnituur zoals in de
handleiding van het gebruikte snijgarnituur
of op de verpakking van het gebruikte snij‐
garnituur staat beschreven.
■ Tijdens de reinigings- of onderhoudswerk‐
zaamheden aan het snijgarnituur kan de
gebruiker zich verwonden aan de scherpe snij‐
vlakken. De gebruiker kan letsel oplopen.
► Draag werkhandschoenen van slijt‐
vast materiaal.
Nederlands
11