PROBLEEMDIAGRAM
Symptom
De motor neemt teveel stroom af.
De pomp maakt nogal wat
lawaai.
De pomp slaagt er niet in de
druk te handhaven.
Lage olieopbrengst.
De pomp bouwt druk langzaam
of onregelmatig op.
Pomp is oververhit.
RAADPLEEG DE INSTRUCTIES VAN DE KOPPELSLEUTEL VOOR INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN DE SLEUTEL.
MOGELIJKE OORZAAK
1. Defecte motor.
2. De omloopklep werkt niet goed.
3. Beschadigde of versleten zuigerblokken.
1. Zuigerblok van de zuiger klemt vast.
Veren of kogeltjes beschadigd.
1. Olie lekt uit een of meer bestanddelen
binnen het reservoir.
1. Onderdelen van de pomp lekken.
2. Omloopklep werkt mogelijk niet goed.
3. Olietoevoerroosters op de zuigerblokken
kunnen met vuil verstopt zijn.
4. Laag oliepeil.
1. Interne lekken in de klep.
1. Nylon buizen naar de warmtewisselaar
zitten los.
2. Thermostaat werkt niet goed.
41
Oplossing
1. Verwijder de motor. Testen en indien nodig vervangen.
2. Inspecteer en test de omloopklep indien dit vereist is. Klep is vooraf
ingesteld. Indien beschadigd of onjuist ingesteld, vervangen.
3. Test en inspecteer de zuigerblokken. Indien nodig vervangen.
1. Verwijder de zuigerblokken. Inspecteren en indien nodig
vervangen. Elke zuigerblok is niet repareerbaar.
1. Verwijder de pomp van het reservoir en voer de tegendruktest uit.
Neemt contact op met Enerpac voor de testprocedure.
1. Voer de tegendruktest uit om lekken op te sporen en te dichten.
2. Test en inspecteer de omloopklep. Vervangen en, indien nodig, instellen.
3. Inspecteer alle toevoerroosters. Alle bestanddelen van een
besmetting schoonspoelen. Vervang beschadigde bestanddelen.
4. Vul het reservoir tot het juiste peil.
1. Demonteer de klep en vervang versleten of defecte onderdelen.
1. Sluit opnieuw de nylon buizen onder de pompeenheid aan. De
buizen klikken op hun plaats wanneer ze juist zijn aangesloten.
2. Vervang de thermostaat.