10- Installatie
10-6.1
10-6.3
OPGELET!
▶ De afvoerslang moet ondergedompeld zijn in water en ze moet beveiligd worden en
lekvrij zijn. Als de afvoerslang op de vloer wordt geplaatst of als de leiding op minder
dan 80 cm hoog wordt aangebracht, zal de wasmachine doorlopend blijven draineren
terwijl ze word opgevuld (zelf-overheveling).
▶ Afvoerslang mag niet worden verlengd. Indien noodzakelijk neemt u contact op met
de dienst na verkoop.
10-7.1
30
De volgende verbindingen zijn mogelijk:
10-6.2
10.6.1 Afvoerslang naar wastafel
▶
▶
10.6.2 Afvoerslang naar afvalwaterverbinding
▶
▶
▶
10.6.3 Afvoerslang naar wastafel aansluiting
▶
▶
▶
10.7 Zoetwater verbinding
10-7.2
Zorg ervoor dat de pakkingen ingevoegd zijn.
1. Verbind de waterinlaatslang met het gehoekte
2. Het andere uiteinde wordt verbonden op een wa-
Hang de afvoerslang met de U-steun over de
rand van een voldoende grootte wastafel (Afb.
10-6.1).
Bescherm de U-steun voldoende tegen slippen.
De interne diameter van de standpijp met venti-
latieopening moet minimum 40 mm zijn.
Plaats de afvoerslang ca. 80 mm in de afvalwater-
leiding.
Bevestig de U-steun en beveilig hem (Afb. 10-
6.2).
De verbinding moet boven de sifon
Een tapkraanverbinding wordt gewoonlijk afge-
sloten met een dop (A). Deze moet worden ver-
wijderd om defecten te voorkomen (Afb. 10-6.3).
Beveilig de afvoerslang met een klem.
uiteinde op het apparaat (Afb. 10-7.1). Schroef de
schroeven vast met de hand.
terkraan met een 3/4" draad (Afb. 10-7.2).
NL