JUMPER
PROGRAMMERING VAN DE FAILSAFE FOTOCELLE(N) 771EML
1. Vóór de eerste ingebruikname !!.
2. Bij aansluiting/verwijderen van een nieuwe fotocel.
- Besturing uitschakelen( stekker uit het stopcontact trekken).
- Het opsteekbruggetje (jumper) op de hiervoor voorgeziene pinnen
steken.
- Dipschakelaar 5 op ON zetten.
- Fotocel(len) volgens het schema aansluiten.
- Besturing aanzetten (stekker erin) en 30 sec. wachten.
- Het opsteekbruggetje (jumper) eraf trekken, even wachten.
(Antaal aangeslotene fotocellen worden onthouden)
PROGRAMMERING VAN RELAIS-FOTOCELLEN BIJV. 263EML
De besturing moet gedurende een paar seconden van het stroomnet
losgekoppeld worden. Alle contacten waaraan geen fotocelbeveiliging
aangesloten is, moeten met COM overbrugd worden. (21-24, 22-24,
23-24). De relais-fotocelbeveiligingen worden door de contacten 15-
16 van stroom voorzien. Dipschakelaar 5 moet op OFF staan. De
jumper moet eraf getrokken worden.
Aanwijzing: relais-fotocelbeveiligingen mogen overeenkomstig
EN12978 niet meer voor nieuwe installatie gebruikt worden,
aangezien ze zichzelf niet kunnen testen (failsafe).
GEBRUIK ZONDER FOTOCELLEN
GEVAAR: niet toegestaan voor normaal gebruik. In dat geval moeten
contactlijsten de deur beveiligen.
De besturing moet gedurende een paar seconden van het stroomnet
losgekoppeld worden. De contacten 21-22-23-24 moeten allemaal
overbrugd worden. Dipschakelaar 5 moet op OFF staan. De jumper
moet eraf getrokken worden.
Aanwijzing: fotocelbeveiligingen van verschillende constructie mogen
NIET met elkaar gecombineerd worden.
KNIPPERLICHT (OPTIONEEL)
Er kan een knipperlicht op de besturing worden aangesloten. Dit
knipperlicht waarschuwt personen voor de bewegende deur. Het
knipperlicht moet hoog en duidelijk zichtbaar aangebracht worden. De
besturing geeft een constant signaal af, dat wordt omgezet in een
knipperlicht.
Kabeldoorsnede: 0,5 mm
of groter.
2
Spanning: 24 V DC
Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met
230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen.
TOETS/SLEUTELSCHAKELAAR (OPTIONEEL)
De besturing/aandrijving kan over verschillende ingangen
geactiveerd worden. Dit kan met een handzender of
sleutelschakelaar (Contacten 17 +20) gedaan worden.
Handzender = zie punt Aanleren van de handzender
Schakelingang 1 = input besturing 1, Normaal gebruik
Schakelingang 2 = input besturing 2, Actief bij speciale instellingen
(zie beschrijving dipschakelaar)
NOODSTOP (OPTIONEEL)
Als er een schakelaar aangesloten wordt, kan hiermee de
installatie stopgezet of geblokkeerd worden. Een beweging van de
vleugels wordt onmiddellijk onderbroken. De contacten 19 en 20
moeten overbrugd worden als er geen schakelaar geïnstalleerd is.
24 VDC - UITGANG
Voor relais-fotocelbeveiligingen of andere apparatuur (bijv.
ontvanger)
max. 500 mA
Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met
230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen.
34EML
41EML
709441