All manuals and user guides at all-guides.com
DE VEILIGHEIDSRIEM VAN UW KIND BEVESTIGEN
zet uw kind in het kinderzitje. trek de driepuntsgordel ver naar buiten en leid
deze vuw kind langs naar het gordelslot.
l
Waarschuwing! De gordel mag beslist nooit gedraaid zijn!
klik de gesptong (m) in het gordelslot (l) vast. De tong moet met een
l
m
hoorbare "klik" vergrendelen.
bevestig de heupgordel (n) in de onderste gordelgeleidingen (k) van het
kinderzitje. trek nu de heupgordel (n) strak, door de diagonale gordel (f)
strak te trekken. hoe strakker de gordel, hoe beter deze kan beschermen
tegen verwondingen. De diagonale gordel en de heupgordel moeten
beide in de onderste gordelgeleiding aan de zijde van het gordelslot
f
bevestigd zijn.
Waarschuwing! Het gordelslot van de autostoel (l) mag beslist nooit
binnen de onderste gordelgeleider (k) vallen. Als de gordel te lang is, kan
het zitje niet in deze auto worden gebruikt.
n
k
d
De heupgordel (n) moet in de onderste gordelgeleidingen (k) aan beide
k
n
zijden van het kinderzitje (d) bevestigd zijn.
Let op! leer uw kind vanaf het begin dat het er altijd op moet letten dat de
gordel strak zit en dat hij of zij de gordel zo nodig zelf moet straktrekken.
Waarschuwing! Voor optimale bescherming in geval van een ongeval
moet de heupgordel aan beide zijden zo laag mogelijk over de liezen
van uw kind lopen.
leid de diagonale gordel (f) nu door de bovenste rode gordelgeleiding (g)
e
g
in de schoudersteun (e), totdat deze in de gordelgeleider valt. let op dat
de diagonale gordel (f) tussen de buitenrand van de schouder en de nek
f
van uw kind loopt. Pas het verloop van de gordel zo nodig aan door de
f
hoogste van de hoofdsteun aan te passen. De hoogte van de hoofdsteun
van de autostoel kan ook worden aangepast.
37