Voer deze procedure ook uit als u de
noodafvoer wilt gebruiken.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat het water
uit de slangen stromen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
MOGELIJKE FOUTEN
Probleem
Het programma start niet.
5. Als er geen water meer stroomt, plaats de
•
•
•
•
Mogelijke oplossing
•
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
•
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
•
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
•
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
•
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of
wacht u tot de afloop van de afteltijd.
•
Schakel het kinderslot uit (indien beschikbaar).
toevoerslang en de afvoerslang terug.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0 °C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
17