Rechterkant van
de buikgordel
OPGELET: LET EROP DAT DE DRAAGDOEK NIET GEDRAAID IS. OM EEN PERFEKTE
VERDELING VAN HET GEWICHT TE VERKRIJGEN IS HET CRUCIAAL DAT DE BAND
ZOVEEL MOGELIJK ONTVOUWD IS EN DAT HET KRUIS ZICH ZO LAAG MOGELIJK OP
DE RUG BEVINDT.
LET EROP DAT HET KIND ZICH OP EEN VEILIGE PLAATS (BV. WIEG) BEVINDT TERWIJL
U DE DRAAGDOEK VASTMAAKT.
1. 1. WIEGPOSITIE (VOOR
PaSGEbORENEN TOT 3M)
Pasgeboren ondervinden het meeste comfort
wanneer ze dicht tegen het hart gedragen worden
(met het hoofd op de linkerkant van de borst).
Deze positie kan ook echter langs de rechterkant
gebeuren.
1. Volg de basisstappen A-F. Indien u verkiest
om het kind met zijn hoofdje links te dragen,
moet de binnenste kruisende band (de
band die direct op de schouder ligt) over
de linkerschouder liggen. Glijd de rechtse
kruisende band over uw rechterarm.
2. Maak de linkse kruisende band los door hem
lichtjes over uw heup te lossen.
3. Open de binnenste kruisende band om een
soort wiegje te creëren.
4-5.
Til de baby op uw linkerarm en leg
hem voorzichtig in het wiegje (met zijn hoofd
dichtbij uw hart)
6. Trek de linkse kruisende band voorzichtig
over het hoofd van uw kind.
7. Leg de rechtse kruisende band terug op uw
schouder en pas de draagzak lichtjes aan
over het lichaam van de baby.
8. Trek het kind lichtjes naar u toe - controleer
dat de arm van de baby komfortabel onder
zijn lichaam rust.
38
Linkse kruisende gordel
Het middelpunt van
de babydraagdoek
1
3
5
7
2
4
6
8