4.1 BESTURINGSPANEEL
2. Snelheidsknop
3. Batterij-indicator
4.2 HOE GEBRUIKT U DE SCOOTER?
■ Aan/uit-knop
♦ Als u de voeding wilt inschakelen, draait u de
sleutel met de klok mee. Het voedingslampje moet gaan branden.
♦ Als u de voeding wilt uitschakelen, draait u de sleutel tegen de klok in. Het
voedingslampje dooft en u kunt indien nodig de sleutel verwijderen.
■ Snelheidsknop
Draai aan de snelheidsknop om de maximumsnelheid van de scooter in te stellen.
Draai de knop met de klok mee om de snelheid te vergroten en draai de knop tegen de
klok in om de snelheid te verlagen.
■ Rijden en remmen
♦ Druk de snelheidshendel aan de rechterkant met uw rechterduim naar voren. De
scooter rijdt vooruit.
♦ Druk de snelheidshendel aan de linkerkant met uw linkerduim naar voren. De
scooter rijdt achteruit.
♦ Als u wilt remmen, laat u de snelheidshendel los. Deze keert terug in de
neutraalstand en de elektromagnetische rem wordt automatisch geactiveerd. De
scooter komt snel tot
stilstand.
♦ U kunt met de snelheidshendel de snelheid van de scooter regelen tot een
maximumsnelheid die u hebt ingesteld met de snelheidsknop. Hoe verder u de
snelheidshendel indrukt, des te sneller de scooter rijdt.
■ Claxonknop
Druk op de claxonknop om te claxonneren. Laat de knop los om te stoppen met
claxonneren.
■ Remmen
Elektromagnetische rem: laat de snelheidshendel volledig los. De elektromagnetische
rem wordt automatisch geactiveerd en de scooter komt tot stilstand.
4 .
B E D I E N I N G
2. Claxonknop
4. Aan/uit-knop
63
Langzaamst
snelst