Als u uw product bedient met een knop of
knoppen is het in bepaalde modellen mo-
gelijk dat deze knop(pen) naar buiten ko-
men wanneer ze worden ingedrukt. Als u
instellingen wilt uitvoeren met deze knop-
pen, moet u eerst de relevante knop in-
drukken en de knop uittrekken. Nadat u de
instelling hebt uitgevoerd, drukt u de knop
opnieuw in.
3.2.2 Introductie van het bedienings-
paneel van de magnetron
Functie selectieknop
U kunt de bedieningsfuncties van de oven
selecteren met de functie selectieknop. Om
een selectie te maken, raak eerst de
toets een en schakel de oven in. Draai de
functieselectieknop daarna naar rechts/
links.
Toetsen :
1
: Aan/Uit-toets
2
: Lamptoets
3
: Alarmtoets
4
: Verlagen en vooruitgang toets
5
: Verhogen en vooruitgang toets
6
: Tijd en instellingen toets
7
: Afstandsbediening toets
8
: Bakken start/stop-toets
Indicatorzones: :
9
: Temperatuur indicatiezone
10 : Timer/duur indicatorveld
11 : Functiescherm
Weergavesymbolen :
: Baktijd symbool
Temperatuur knop
U kunt de gewenste temperatuur instellen
voor uw bereiding met de temperatuur-
knop. Om een selectie te maken, raak eerst
de
toets een en schakel de oven in.
Draai de temperatuurselectieknop daarna
naar rechts/links.
Oven interne temperatuurindicator
U kunt de interne temperatuur van de oven
aflezen met het interne temperatuursym-
bool op het scherm. Bij de start van de be-
reiding verschijnt het symbool op het
scherm en wanneer de interne temperatuur
van de oven de ingestelde temperatuur be-
reikt. Elk niveau van het symbool licht op.
Bedieningseenheid
: Bakken eindtijd symbool *
: Alarmsymbool
: Bak symbool
: Temperatuur in-de-oven symbool
: Snel verwarmen (booster) symbool
: Instellingen symbool
: Toetsvergrendeling symbool
: Volumeniveau symbool
: Helderheid symbool
: Functienummer
: Ontdooien symbool
: Warmhouden symbool
NL / 61
FR
NL