De kacheldeur moet normaal gesproken de eerste 2-3 centimeter voorzichtig worden
geopend, waarna u moet wachten tot de druk zich gelijkmatig heeft verdeeld voordat u
het deurtje volledig opent. Op deze manier voorkomt u dat er rook naar buiten komt, in het
bijzonder wanneer de trek zwak is.
Open de kacheldeur nooit als de kachel hevig brandt.
Wanneer het hout is opgebrand, bestaat het uit gloeiende houtskool. Als er dan van tevoren
een goede gloeiende laag op een voldoende laag as is gevormd, kan de kachel zeer lang
warm blijven, vooral door de goede eigenschappen van het gietijzer.
Wij raden u sterk af de kachel 's nachts te laten branden. Dit is schadelijk
voor het milieu en brengt inefficiënt gebruik van het hout met zich mee,
aangezien de houtgassen bij deze lage temperatuur niet ontbranden, maar
als roet (onverbrande gassen) in de schoorsteen en de kachel terechtko-
men. In extreme omstandigheden, zoals bij een geringe trek in de schoors-
teen, grote hoeveelheden hout of vochtig hout, kan dit in het ergste geval
een explosieve ontbranding veroorzaken.
Wanneer u tijdens de zomerperiode stookt, wanneer de behoefte aan war-
mte minimaal is, zal de verbranding slecht zijn. De kachel geeft te veel war-
mte, zodat men de verbranding moet reduceren. Zorg er echter altijd voor
dat er constante vlammen te zien zijn totdat het hout in houtskool is omge-
zet. Als u een minder hevig vuur wenst, moet u bij het vullen minder hout
gebruiken.
Indien u de kachel met nat hout stookt, wordt een groot deel van de ther-
mische energie van de brandstof gebruikt om het water uit het hout te ve-
rwijderen, zonder dat daarbij enige warmte aan de kachel wordt afgegeven.
Dergelijke onvolledige verbranding veroorzaakt roetvorming in de kachel,
het rookkanaal en de schoorsteen.
Vergelijking tussen het stoken met hout en met olie:
Type hout (vochtgehalte 20%)
Eik
Beuk
Es
Plataan
Berk
Iep
Gewone spar
Vurenhout
Aantal kubieke meter per 1000 liter olie
7,0
7,0
7,2
7,5
8,0
8,9
10,4
10,9
29