13
11
Duw het zaagblad 11 iets in de richting van de gelei-
dingsgreep, draai het blad een kwartslag en trek het
uit de zaaghouder 13.
Tips voor de werkzaamheden
Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij
een langdurige onderbreking van de werkzaam-
heden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld inschakelen van het gereedschap.
Plotseling optredende belastingen leiden tot een
scherpe daling van het toerental of stilstand, maar
schaden de motor niet.
Schakel de machine uit bij een onderbreking
van de luchttoevoer op bij een vermindering
van de bedrijfsdruk. Controleer de bedrijfs-
druk en start de machine opnieuw bij optimale
bedrijfsdruk.
Gebruik alleen het bij de materiaaldikte passen-
de zaagblad. Het zaagblad moet in zijn hoogste
stand minstens 10 % over het materiaal uitste-
ken. Alleen zo loopt het zaagblad niet schuin in het
materiaal en kunt u nauwkeurig zagen.
Te grote aandrukkracht vermindert de capaciteit aan-
zienlijk en verkort de levensduur van de zaagbladen.
Scherpe inzetgereedschappen zorgen voor een goe-
de zaagcapaciteit en ontzien de machine.
Gebruik voor het bewerken van kleine of dunne
werkstukken altijd een stabiele ondergrond of
een zaagtafel. Dunne werkstukken kunnen bij het za-
gen buigen of trillen en kunnen daardoor niet meer
worden gecontroleerd.
3 609 929 250 • (04.07) T
All manuals and user guides at all-guides.com
Nederlands–10
Instellen van de zaaghoek
29
10
30
De steunplaat 10 kan voor het veranderen van de
zaaghoek maximaal 45° worden versteld.
Draai de vastzetschroef 29 enkele slagen tegen de wij-
zers van de klok in los met de inbussleutel 3, die zich
in de steunplaat 10 bevindt. Duw de steunplaat 10 in
de richting van het zaagblad en draai de plaat naar
links of naar rechts, afhankelijk van de gewenste zaag-
hoek.
Na de grofinstelling van de zaaghoek draait u de vast-
zetschroef 29 zo ver vast, dat de steunplaat 10 net
nog kan worden versteld. Stel de zaaghoek nauwkeu-
rig in.
De graden 0°, 15°, 30° en 45° zijn met markeringen op
de zaaghoekschaalverdeling 28 aangegeven. Tussen-
standen zijn zonder meer mogelijk. Voor nauwkeurige
zaaghoeken dient u een hoekmaat 30 te gebruiken.
Draai de vastzetschroef 29 met de inbussleutel 3 vast.
De 0°-stand (zaagblad verticaal) stelt u in door de
steunplaat 10 naar achteren te trekken tot deze aan de
positioneernok 27 vasthaakt. Duw de steunplaat 10 in
de richting van de motor tegen de positioneernok 27
en draai de vastzetschroef 29 vast.
27
3
28