– te controleren en de volgende onderdelen met een licht
persluchtsysteem of een stofzuiger te reinigen:
1. Aandrijfmotor en tandwiel
2. Ventilator
3. Schakelkast
4. Regeneratieverwarming
5. Onderhoudsopeningen, afdichtingen
C. Rotor reinigen
De rotor die in de TROTEC-ontvochtigers zit, heeft in
vergelijking met andere rotoren het voordeel dat stof
en vuil zonder een bijkomende impregnatie ervan kan
worden afgewassen. Het is niet zo dat u bij elk onder-
houd de rotor ook zoals hieronder beschreven moet
wassen.
U dient dit werk bij voorkeur aan een TROTEC-ser-
viceafdeling toe te vertrouwen, of toch in ieder geval
alvorens u begint daarmee contact op te nemen.
1. Laat de luchtontvochtiger zo'n 15 minuten zonder
regeneratie lopen.
2. Schakel de stroomtoevoer uit (trek het netsnoer uit).
Op die manier schakelt de machine niet meer per
ongeluk aan.
Dit zou levensbedreigende verwondingen als gevolg
kunnen hebben.
3. Haal de rotor voorzichtig uit de behuizing, zorg er-
voor dat hij geen schade aan het oppervlak oploopt.
4. Dompel de rotor ca. 30 minuten in water met een
lichtzuur reinigingsmiddel of in tolueen onder.
5. Spoel de rotor goed af met zuiver water onder
lichte druk.
6. Laat alle vocht van de rotor lopen en blaas de struc-
tuurgedeelten van de rotor met een licht perslucht-
systeem droog.
7. Plaats de rotor met het tandwiel voorzichtig terug.
8. Zorg ervoor dat alle afdichtingen goed zitten.
9. Laat de ontvochtiger stationair opstarten en meet
na ca. 30 minuten het vermogen op.
NL
06. FoUtopSpoRInG
U kunt de ontvochtigingsfunctie heel eenvoudig nakij-
ken doordat u de temperatuur aan de niet-geïsoleer-
de luchtsteunen van het apparaat controleert.
In normale omstandigheden is
... de droge-luchtsteun warm (25 - 40°C)
... de vochtige-luchtsteun warm of heet (30 - 50°C)
Is de ontvochtigingscapaciteit ontoereikend, volg dan
de stappen in het overzicht hieronder.
A. Droge-lucht- en vochtige-luchtuitgang zijn warm
A1. Kijk de inkomende vochtwaarden na en vergelijk
A2. Kijk de luchtstromen, filters en de instelling van
A3. Controleer de afdichtingen aan de rotor.
B. Beide luchtsteunen zijn koud
B1. Staat het toestel aan?
B2. Is het door een storing uitgevallen?
B3. Kijk de regeneratieverwarming na.
B4. Kijk de ventilator na.
B5. Controleer of de regelklep in het regeneratiekanaal
B6. Kijk de luchtfilter na.
C. Droge-luchtuitgang is koud. Vochtige-luchtuit-
C1. Kijk na of de rotor ronddraait.
C2. Controleer of de regelklep in het procesluchtkanaal
Gebruikershandleiding – luchtontvochtiger TTR 160 / 250 / 300
deze met de fiche. Mogelijk is de capaciteit van
het apparaat te klein.
de regelkleppen na.
niet is gesloten.
gang is heel warm
niet is gesloten.
D - 6