VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Om onder andere stof dat zich tijdens de fabricage heeft verzameld te verwijderen, draait u naar "ZORG
EN ONDERHOUD" en maakt u het apparaat schoon.
VOORBEREIDING
Wanneer u het apparaat gebruikt, beschouwt u de kan, de messeneenheid en de ring als een enkel
onderdeel.
1.
Zet de motoreenheid op een stabiele, vlakke ondergrond.
2.
Controleer dat de snelheidsregelaar op O staat.
3.
Plaats de d aan de onderkant van de kan op een lijn met de U van de motoreenheid (Afb. A).
Laat de kan op de motoreenheid zakken en draai de kan vervolgens om de d op een lijn met de L
4.
te brengen (Afb. B). Uw staafmixer zal niet inschakelen tenzij de kan correct is geplaatst en
vergrendeld.
5.
Verwijder het deksel.
6.
Doe de ingrediënten in de kan. Vul de kan tot maximaal 1.50 L; als hij voller is, kan de inhoud het
deksel van het apparaat afduwen als u de motor aanzet.
7.
Plaats het deksel terug. Gebruik het apparaat nooit zonder het deksel te plaatsen.
8.
Steek de stekker in het stopcontact.
9.
Zet de snelheidsregelaar op de gewenste snelheid (1 = laag, 2 = hoog).
10. Draai de snelheidsregelaar terug naar O om de motor uit te schakelen.
•
Gewoonlijk stemmen grote hoeveelheden, dikke mengsels en een hoge verhouding van vaste
stoffen tot vloeistoffen overeen met een langere timing en langzamere snelheden.
•
Kleinere hoeveelheden, dunnere mengsels en meer vloeistoffen dan vaste stoffen stemmen overeen
met een kortere timing en hogere snelheid.
•
Als u de snelheidsregelaar tegen de wijzers van de klok in draait naar Y biedt dit u een korte stoot
aan hoge snelheid. In deze richting is de knop voorzien van een veer. Wanneer u hem loslaat, keert
hij terug naar O.
•
Om ingrediënten toe te voegen tijdens de werking van de blender, verwijdert u de dop, giet u de
nieuwe ingrediënten door de opening en plaatst u de dop terug.
•
Controleer of de kan door de toegevoegde ingrediënten niet voller is dan 1500ml.
Als u klaar bent:
1.
Zet de blender uit (O) en wacht tot de messen niet meer draaien, voordat u het deksel van de kan of
de kan van de motoreenheid afhaalt.
Draai de kan om de d op een lijn te brengen met de U, en neem de kan van de motoreenheid af.
2.
ZORG EN ONDERHOUD
1.
Schakel het apparaat uit (O) en trek de stekker uit.
2.
Neem de buitenkant van de motoreenheid af met een schone, vochtige doek.
3.
Was de afneembare onderdelen met de hand.
` U kunt deze onderdelen in een vaatwasmachine wassen.
¬ Deze onderdelen mogen in de bovenste korf van een vaatwasmachine worden gewassen.
Wanneer u de vaatwasmachine gebruikt, zal dit de afwerking van de oppervlakten beïnvloeden. De
schade is normaal uitsluitend esthetisch en heeft geen invloed op de werking van het apparaat.
12