25.
Voer geen constructieve wijzigingen aan de ladder uit.
26.
Zet de ladder nooit tijdens het gebruik in een andere stand!
27.
Gebruik de ladder niet in de openlucht onder ongunstige windomstandigheden.
Wanneer een ladder met stabiliteitsbalken wordt geleverd, moeten deze
28.
stabiliteitsbalken vóór het eerste gebruik door de gebruiker worden aangebracht.
29.
Plaats ladders niet van bovenaf.
30.
Voer een visuele controle uit.
31.
Voer een visuele controle uit.
32.
33.
6.2. Gebruik als aanzetladder
De ladder moet in de juiste plaatsingspositie worden neergezet, bijv. in de juiste
1.
aanzethoek voor aanzetladders (hellingshoek 65 tot 75°), treden of opstapjes
moeten horizontaal staan.
65-75°
Aanzetladders met sporten moeten zodanig worden gebruikt, dat de sporten zich
2.
in een horizontale stand bevinden.
min.
1 m
3.
Neem het minimale overstek boven het aanzetpunt van de ladder in acht.
UP
4.
De ladder mag alleen in de vermelde plaatsingsrichting worden gebruikt.
Zet aanzetladders tegen vlakke, stevige oppervlakken en beveilig ze vóór gebruik,
5.
bijv. door ze vast te binden of door geschikte voorzieningen aan te brengen die de
stabiliteit waarborgen.
Ladders voor huishoudelijk gebruik.
Ladders voor bedrijfsmatig gebruik.