Belangrijke informatie
WAARSCHUWING: Lees alle instructies aandachtig
WAARSCHUWING: Vermijd aanraking van elektrische afrasteringen met het hoofd, mond, nek of het
bovenlijf. Klim niet over, door of onder een elektrische meerdraadse afrastering. Gebruik een poort
of een speciaal daarvoor geplaatste doorgang.
Voorkom verstrengeling in de afrastering. Vermijd elektrische afrasteringsconstructies die mogelijk
tot verstrengeling van dieren of personen kunnen leiden.
Elektrische afrasteringen moeten zo geïnstalleerd en bediend worden dat ze geen elektrisch gevaar
voor personen, dieren of hun omgeving vormen.
Overal waar er een kans op de aanwezigheid van kinderen zonder toezicht bestaat die niet op de
hoogte zijn van de gevaren van elektrische afrasteringen, is het aangeraden om tussen het schrik-
draadapparaat en de afrastering in de betreffende zone een begrenzing aan te sluiten met een weer-
stand van niet minder dan 500 ohm om het adequate nominale vermogen te beperken.
Gebruik in gebieden toegankelijk voor algemeen publiek om de 10 m een waarschuwingsbord elektri-
sche afrastering om op de geëlektrificeerde draad/draden te wijzen.
Indien een elektrische afrastering een publiek pad kruist, moet een spanningsvrije poort in de elektri-
sche afrastering worden geplaatst of moet er een overstapplaats aangebracht worden voorzien. Bij
deze kruisingen moeten de naburige geëlektrificeerde draden een waarschuwingsbord hebben.
Dit apparaat en aangesloten afrastering is niet bedoeld voor het gebruik zonder toezicht door jonge
kinderen of handelingonbekwame personen. Buiten het bereik van kinderen installeren.
Jonge kinderen dienen onder toezicht te staan, om er zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat of
afrastering spelen.
Plaats in de buurt van de afrastering of van de aansluitingen van het schrikdraadapparaat geen
brandbaar materiaal. Ontkoppel in tijden van extreem brandgevaar het schrikdraadapparaat.
Controleer regelmatig of de toevoerdraad en het schrikdraadapparaat niet zijn beschadigd. Indien er
enige schade aan het apparaat wordt opgemerkt, stop dan onmiddellijk met het gebruik van het
schrikdraadapparaat en stuur het terug naar de winkel waar het apparaat is aangeschaft om gevaar-
lijke situaties te vermijden.
Verifieer ook of er volgens uw lokale wetgeving nog specifieke regels zijn.
Een elektrische afrastering mag niet gevoed worden door 2 verschillende schrikdraadapparaten of
door verschillende rasters van hetzelfde schrikdraadapparaat.
Voor elk van twee afzonderlijke afrasteringen, elk gevoed door een afzonderlijk, onafhankelijk
pulserend schrikdraadapparaat, moet de afstand tussen de draden van de twee elektrische afraste-
ringen minimaal 2 m bedragen. Indien deze opening moet kunnen worden afgesloten, gebruik dan
elektrisch niet-geleidend materiaal of een geïsoleerde metalen afsluiting.
Gebruik in een elektrische afrastering geen prikkel- of scheermesdraad als geleider.
Een niet-geëlektrificeerde prikkeldraad- of scheermesdraadafrastering mag als drager gebruikt
worden van één of meer op afstand geplaatste elektrische afrasteringsdraden. Het dragend systeem
voor deze onder stroom staande afrasteringsdraden moeten dusdanig geconstrueerd zijn dat een mi-
nimale afstand van 150 mm uit het verticale vlak van de stroomvrije (prikkeldraad- of scheermesaf-
rastering) wordt bewaard. De prikkel- en scheermesafrastering moeten op regelmatige afstanden ge-
aard worden. Houd u betreffende de aarding aan de aanbevelingen van de producent van het schrik-
draadapparaat.
De aarde van het schrikdraadapparaat moet minimaal tot 1m diep in de grond gestoken worden en
niet binnen een afstand van 10m van andere aardingssystemen van het lichtnet-, telecommunicatie-
of andere systemen.
Gebruik speciaal daarvoor beschikbare dubbelgeïsoleerde kabel binnen gebouwen voor een effectie-
ve isolatie en gebruik deze kabel ook op plaatsen waar blootliggende, gegalvaniseerde draad eventu-
eel aan corrosie onderhevig is. Gebruik hiervoor geen kabel of snoer voor normale huishoudelijke
toepassingen.
Ondergrondse aansluitgeleiders moeten in een mantel uit geïsoleerd materiaal worden geplaatst of
er dient kabel met hoogspanningisolatie te worden gebruikt. Let erop dat er geen schade aan de aan-
sluitdraden kan ontstaan door het in de grond zakken van hoeven van vee of door tractorwielen.
Aansluitleidingen voor de afrastering mogen niet door dezelfde kabelgoot worden gevoerd waarin
netspanningkabels of communicatie- of datakabels liggen.
10